Toon 3 van 4

Jan van Zanen

Als een huis

Het congres ‘Vitale democratie, doe er wat aan! – Op weg naar een toekomstbestendige lokale democratie’ werd geopend door Jan van Zanen, burgemeester van Utrecht en voorzitter van de landelijke VNG. Hij erkende volmondig dat het rommelt in het huis van Thorbecke. Van Zanen: “We slagen er niet in om de onderstroom en de bovenstroom bij elkaar te krijgen.” Zoals bijvoorbeeld bleek in het recente asieldebat. “Op veel plekken is dat een vervelend debat geweest met nare uitschieters. Het staat mijlenver van hoe de lokale democratie moet werken, maar het geeft mij tegelijkertijd de overtuiging dat op lokaal niveau de democratie het meest doorleefd wordt.”

De opgave is om beide stromingen in de samenleving weer in gesprek met elkaar te laten treden. Een recent bezoek aan de Utrechtse Sterrenwijk heeft volgens Van Zanen aangetoond dat het kan. “Het waren felle en directe gesprekken, maar ook die mensen snappen wat er gebeurt. Alleen koppelen ze het aan de eigen situatie. Zij wel een huis en ik niet, zij wel een baan en ik niet. Toch zul je daarover serieus in gesprek moeten gaan. Want pas dan kun je mensen bij elkaar brengen. Als voorzitter van de VNG ben ik er dan ook ontzettend trots op dat raadsleden, burgemeesters en wethouders overal hun best doen om dat voor elkaar te krijgen.”

Koos Janssen reageert op Jan van Zanen

Daar ligt volgens Van Zanen dan ook het zwaartepunt. “We moeten ervoor zorgen dat er gemeenschap is in gemeenten, in plaats van een onder- en bovenstroom. In de lokale arena moeten alle krachten elkaar raken. Het fundament van de democratie staat wat mij betreft als een huis. Maar zelfs een huis met een geweldig fundament verdient onderhoud. Laten we daar nu aan beginnen.”

In zijn reactie onderschreef Koos Janssen de visie van Van Zanen. “Dit is de lijn waarin wij beiden geloven. Sommigen preken de revolutie, maar daar hoort een slagveld bij en daar houden wij niet van. De kunst is wel om ervoor te zorgen dat iedereen op het democratisch speelveld komt. Want anders wordt het alsnog een slagveld. We moeten daarom de samenleving ingaan en haar laten ervaren dat ze ertoe doet.”

Klaartje Peters

Controle is belangrijk

Klaartje Peters is zelfstandig onderzoeker, publicist en bijzonder hoogleraar lokaal en regionaal bestuur aan de Universiteit van Maastricht. Zij wees in haar bijdrage op de enorme stapel rapporten die zijn verschenen over de staat van de democratie en de rol die de gemeenteraad daarin wordt toebedeeld.  “Wat raadsleden allemaal over zich heen krijgen aan oordelen en aanbevelingen is niet niks. En eerlijk gezegd is het teveel. Wat kun je nog meer op het bordje leggen van deze mensen, die zonder ondersteuning hun vrije tijd moeten opofferen, vraag ik me dan af.  Want ze moeten al zoveel.”

Daardoor dreigt bovendien een belangrijke rol van de gemeenteraad ondergesneeuwd te raken: die van controlerend orgaan. “Het staat bepaald niet in de belangstelling”, aldus Peters. “Controleren is ook geen aansprekende bezigheid, laat staan inspirerend; het is vooral lastig. Journalisten hebben er geen aandacht voor en er is in het algemeen weinig eer mee te behalen.”

Toch is die controlerende taak wel degelijk cruciaal, vindt zij. Niet voor niets wijst Pierre Rosanvallon in zijn boek Counter-Democracy. Politics in an Age of Distrust op het belang van democratisch wantrouwen. “Dat moet op georganiseerde wijze in onze democratie worden geïmplementeerd. Je hoort als bevolking bestuurders aan hun beloften te houden. Daarom vind ik het oprecht jammer dat al die rapporten die controlerende rol niet belichten. Controle en het afleggen van verantwoording kunnen niet worden afgedaan als iets voor boekhouders en zeurpieten. Controleren lijkt in strijd te zijn met bevlogenheid en inspiratie. Maar dat is een onterechte tegenstelling. Controleren is een zaak van iedereen.”

Verantwoording

Vandaar dat ook de lokale samenleving bij die controlerende taak dient te worden betrokken. Peters haalde in dat verband Bas Denters aan, bijzonder hoogleraar bestuurskunde aan de Universiteit Twente, die vindt dat er meer pluriformiteit moet zijn in verantwoordingsarrangementen. “Daar moet veel meer mee geëxperimenteerd worden. Een voorbeeld zijn de burgervisitaties: burgers die beleidsresultaten beoordelen en met de raad meekijken wat er werkelijk is gebeurd.”

Voor de uitbreiding van het controlerend instrumentarium van de raad zijn wel denkvermogen, organisatiekracht en juridische vaardigheden noodzakelijk. Daar ligt volgens Peters een belangrijke taak voor het bestuur en de gemeentelijke organisatie. “Zij dragen de verantwoordelijkheid om raad en buitenwereld in staat te stellen het beleid te controleren. Zij zullen tegenmacht moeten organiseren en nieuwe checks en balances moeten toevoegen, om het democratisch proces beter te maken.”

Een tweede verbreding heeft betrekking op de rol van de gemeentebestuurders. “Ik wil wegblijven bij de schermutselingen over informatievoorziening, maar wil met u fantaseren over een gemeentebestuur dat samen met de gemeenteraad nadenkt over hoe je informatie beschikbaar en openbaar kunt maken en hoe dat bovendien op een iets meer genereuze manier kan dan nu gebeurt. Bijvoorbeeld langs de weg van de digitalisering. Hoe kun je die gebruiken om mensen te laten meekijken?”

Meer en betere controle is met andere worden de ideale manier om de lokale democratie te versterken, zo vatte Peters samen. “Het is zeker niet spannend. Maar vormt wel de andere kant van de medaille.”

In zijn reactie onderstreepte Koos Janssen het belang van controle. “De Ontwikkelagenda van de VNG  onderscheidt twee hoofdrolspelers: de inwoners en de gemeenteraad. Andere spelers – de colleges, de griffie, het ambtelijk apparaat – moeten hun stinkende best doen die twee hoofdrolspelers het beste te laten functioneren en hun rol het beste te laten uitoefenen. Ik zie de bijdrage van Peters dan ook als een stimulans om hiermee aan de slag te gaan.”

Toon 3 van 4
Delen.

Reacties zijn uitgeschakeld.