De principes van onze democratische rechtsstaat staan een adequate en effectieve aanpak van een crisis niet in de weg. Dat stelt de Raad voor het Openbaar Bestuur bij de publicatie van zijn advies ‘Een sterkere rechtsstaat. Verbinden en beschermen in een pluriforme samenleving’.

De huidige beperking van rechtsstatelijke vrijheden, die nodig is om verspreiding van het coronavirus onder controle te houden, gebeurt in ons land op basis van rechtsstatelijke spelregels. ROB-Raadslid prof. Frank van Ommeren: “Ooit gehoord van de Wet publieke gezondheid op grond waarvan de burgemeester een besmet persoon in isolatie kan laten opnemen? Netjes wettelijk geregeld, keurig volgens het legaliteitsbeginsel dat bepaalt dat de overheid zich ook aan de wet moet houden.”

In ‘Een sterkere rechtsstaat’ betoogt de Raad voor het Openbaar Bestuur dat in een goed functionerende rechtsstaat de machten niet alleen hun eigen taak serieus nemen, maar bovenal de taak van de andere machten respecteren en die ook de ruimte geven om hun taak uit te voeren. Van Ommeren: “In crisistijd moet de rechtsstaat niet buitenspel worden gezet, maar moet volgens de spelregels van de rechtsstaat de crisissituatie bestreden worden. Als politiek en bestuur de rechtsstatelijke spelregels volgen, is de kans dat inbreuken op vrijheden worden geaccepteerd of zelfs gesteund groter. Dat zien we in Nederland gebeuren: een ruime meerderheid blijkt bereid om de instructies van de overheid op te volgen.”

Afdwingen niet nodig

Dat vertrouwen is wederkerig, want andersom geldt ook: het bestuur vertrouwt de burger. Van Ommeren: “In Nederland krijgen we meer dan in veel andere Europese landen nog enigszins de ruimte, omdat de overheid erop vertrouwt dat de mensen zelf ook begrijpen wat nodig is. Dat hoeft niet meteen via repressieve maatregelen te worden afgedwongen. De Staat heeft ook in Nederland daarvoor de rechtsstatelijke instrumenten beschikbaar, maar het lijkt vooralsnog vrijwel niet nodig om die in te zetten.”

De Raad komt in ‘Een sterkere rechtsstaat’ tot de conclusie dat de rechtsstaat in Nederland niet acuut wordt bedreigd. Maar onhandigheid, onwetendheid en onverschilligheid maken wel dat op onderdelen zogenoemde rechtsstatelijke tekorten ontstaan. De Raad adviseert het kabinet daarom om – naar het voorbeeld van de Europese Unie – periodiek een zogenoemde Rechtsstaatagenda op te stellen. Die moet er aan bijdragen dat een rechtsstatelijke cultuur in Nederland onder politici, bestuurders, ambtenaren, onderwijzers en burgers blijft bestaan.

Delen.

Reacties zijn uitgeschakeld.