De Staat van Utrecht is volwassen geworden. Dat stelde gedeputeerde Mariëtte Pennarts bij de presentatie van alweer de vijfde editie van de Staat van Utrecht. Volgens de gedeputeerde biedt de Utrechtse monitor een schat aan informatie over twaalf grote thema’s die ook prominent op de gemeentelijke agenda staan.
De bijeenkomst, die donderdag 14 maart werd gehouden op de Tech Campus van ROC Midden-Nederland in Utrecht, markeerde de lancering van een opnieuw uitgebreide monitor, aldus Pennaerts. Deze biedt overheden en andere geïnteresseerden inzicht in de actuele stand van zaken op thema’s als wonen, veiligheid, wonen, mobiliteit, bevolking, en werk, inkomen en armoede.
De ontwikkelingen op dat terrein zijn voor alle 26 gemeenten in de provincie Utrecht in kaart gebracht aan de hand van maar liefst 400 indicatoren. Pennaerts: “Aan de hand daarvan kun je het gesprek voeren met elkaar. Want de informatie geeft echt inzicht in de belangrijkste vraagstukken.”
Behoefte aan data neemt toe
Kees Breed, kenniscoördinator van de VNG wees in zijn bijdrage op het groeiend belang van data en onderzoek in het algemeen. “We staan voor complexe maatschappelijke opgaven, waar zowel lokaal en regionaal veel partijen bij betrokken. Als gevolg daarvan is er veel behoefte aan data.”
Volgens Breed is er in dat opzicht behoefte aan een nieuwe kennisinfrastructuur die niet zozeer is gerelateerd aan de systeemwereld maar aan de leefwereld. “Maatschappelijke vraagstukken moeten voor kennisinstellingen als vertrekpunt dienen. Dat vereist een integrale benadering vanuit diverse kennisdomeinen. Tweezijdige samenwerking tussen het rijk en gemeente/regio’s is nodig om een verdieping van die kennis te bereiken.”
Voor nationale kenniscentra geldt dat zij de focus moeten verleggen en breder moeten kijken dan alleen het beleidsterrein van de ‘eigen’ departementen. “Een regionale vertaling en integratie van onderzoeksdata is belangrijk. De Staat van Utrecht kan wat dat betreft als schoolvoorbeeld dienen.”
Utrecht is een zondagskind
Ingrid van Lieshout, onderzoeksleider van de Staat van Utrecht namens de gemeente Utrecht, ging vooral in op de inhoud van de huidige editie. Volgens haar is de provincie Utrecht in meer dan een opzicht een zondagskind. “Deze provincie heeft relatief de hoogst opgeleide bevolking van Nederland. En we weten wat dat betekent: een grotere kans op betere gezondheid, minder armoede, een hoger inkomen. Het is bijna een voorspellende factor. Daar komt dat de provincie centraal is gelegen, veel historische steden en een mooie natuur heeft. Het perspectief is kortom goed.”
Er is echter ook een keerzijde. “De economie kampt in toenemende mate met arbeidskrapte. De economisch groei wordt belemmerd door een gebrek aan mensen. Dat is een stagnerende factor.” Een andere stagnerende factor betreft de mobiliteit. “De provincie heeft een drukbezet wegennet en ook dat kan leiden tot stagnatie. Bovendien zet het de luchtkwaliteit en het groen onder druk.”
Over deze en andere thema’s bevat de nieuwe editie nog meer informatie, aldus Van Lieshout. “De Staat van Utrecht is veel preciezer geworden over de aard van maatschappelijke problemen. Ik zou gemeenten dan ook echt willen aanraden er gebruik van te maken.”
Sociaal-maatschappelijk vraagstuk
Joris Hogenboom, directeur van de Natuur- en Milieufederatie Utrecht ging in op de special bij de Staat van Utrecht, die deze keer is gewijd aan de energietransitie. “De energietransitie duidt op een fundamentele verandering in ons leven. Het is een technisch maar nog veel meer een sociaal-maatschappelijk vraagstuk. Hoe krijgen we iedereen mee? Wat betekent het voor mensen en hun portemonnee? Hoe gaan we om met energie-armoede? Dat zijn essentiële vragen, waar deze special veel aandacht aan besteedt.”
Volgens Hogenboom is er nog een wereld te winnen. “De voornaamste opgave zit in de gebouwde omgeving en op het gebied van verkeer en vervoer. We zitten nu bijvoorbeeld op 3 procent duurzaam energiegebruik. Dat wil zeggen dat we nog 97 procent zijn aangewezen op fossiele brandstoffen. aan. Het moet echt nog gaan beginnen.” En voor die opgave staan gemeenten en provincies aan de lat, net zoals bedrijven, instellingen en bewoners. “De energietransitie vereist een samenwerkingstraject waarbij iedereen moet aansluiten.
Paul van Maanen, bestuursvoorzitter van ROC Nederland onderstreepte in zijn bijdrage de eerder door Van Lieshout aangegeven arbeidskrapte als de grootste bottleneck. “En die gaan wij als ROC’s niet oplossen. Dat is het gevolg van de beleidskeuze om voortaan geen doeners maar denkers op te leiden. Dat zal een enorm knelpunt gaan opleveren. Er zijn simpelweg te weinig handjes om het werk te doen, dat met de energietransitie is gemoeid.”
- De Staat van Utrecht is een initiatief van de Provincie Utrecht en is tot stand gekomen in nauwe samenwerking met de gemeente Utrecht en het Netwerk Utrecht2040. De nieuwe editie en de special over de energietransitie zijn te vinden op: www.staatvanutrecht.nl