Voorzieningen
Tot besluit van het debat kwamen de kleine kernen aan de orde. Dat gebeurde aan de hand van de stelling: ‘De provincie moet voorkomen dat voorzieningen in kleine kernen verdwijnen.’
De VVD is daar niet voor, aldus Kocken. “Er ligt immers een economisch vraagstuk onder: zijn er wel voldoende mensen om de voorzieningen draaiend te houden. Ik ben heel trots op alle goede voorbeelden in kleine kernen waar vrijwilligers de boel draaiend houden. Als er daarnaast geld nodig is om die voorzieningen in stand te houden, is dat vooral een zaak van de gemeente. De provincie is niet meer de flappentap van weleer. Het is aan de gemeenteraad om te besluiten of het niveau van de voorzieningen een verhoging van de lokale belastingen rechtvaardigt. De provincie moet daar niet in treden.”
Meijer (SP) is het daarmee oneens. “Leuk hoor, zo’n verhaal van vraag en aanbod. Maar in de praktijk zien we dat steeds meer voorzieningen uit de kleine kernen verdwijnen. En dat is zorgelijk, omdat het mede bepaalt in hoeverre mensen nog kunnen deelnemen aan de samenleving. Gemeenten hebben te weinig geld te besteden om daarin iets te kunnen betekenen. Ik zeg niet dat dus de provincie dan maar als pinautomaat moet optreden. Maar ze kunnen bijvoorbeeld wel in gesprek met de andere partijen om te proberen die voorzieningen weer op niveau te krijgen.”
Draagvlak
Volgens Schaddelee (CU) gaat de provincie daar helemaal niet over. “We kunnen slechts indirect, bijvoorbeeld via het toestaan van extra woningbouw, het aantal inwoners laten toenemen, en zo meer draagvlak onder de voorzieningen genereren.” Dat kon op bijval rekenen van Dercksen (PVV), maar Maasdam (CDA) bleek het er juist niet mee eens te zijn. “De provincie heeft hier wel degelijk een taak, bijvoorbeeld in relatie tot bereikbaarheid. Ook de kleine kernen moeten bereikbaar zijn. Als de bussen te leeg blijven, moet daar op regionaal niveau een oplossing voor komen.”
Hoefnagel (D66): “Wij vertrouwen erop dat inwoners het zelf oppakken als voorzieningen dreigen te verdwijnen. Daar zijn in deze provincie voldoende voorbeelden van te vinden. Als gemeenten besluiten om de steun aan bepaalde voorzieningen te stoppen, kunnen wij dat als provincie niet voorkomen, laat staan overnemen.”
Loomans (Vrijzinnige Partij): “Als de provincies worden opgeheven komt er voldoende geld beschikbaar om het voorzieningenniveau op peil te houden.”
Van Muilekom (PvdA): “Dit raakt de zelfredzaamheid van mensen. De samenleving zal dit grotendeels zelf moeten oppakken. Want laten we realistisch zijn. Bij de overheid ligt het geld bepaald niet voor het oprapen.”
Het is een goed en levendig debat geworden, zo concludeerde voorzitter Koos Janssen van de VNG afdeling Utrecht. En het is een mooie opmaat naar nog een paar weken van campagne voeren tot aan de verkiezingen voor Provinciale Staten op woensdag 18 maart 2015. “Het ging vanavond over allerlei belangrijke onderwerpen”, aldus Janssen. “Dat onderstreept nog eens dat ook de provincie er toe doet. Provinciale politiek is belangrijk!”