Gemeenten die serieus werk willen maken van ouderenparticipatie moeten zien te voorkomen dat ze ouderen teveel over één kam scheren. “De groep is juist heel divers samengesteld”, aldus Ingrid van Lieshout, onderzoeksleider van de Staat van Utrecht namens de gemeente Utrecht.
Van Lieshout was een van de sprekers van de interactieve bijeenkomst ‘Ouderen aan zet’, die donderdag 12 september 2019 werd gehouden in het stadhuis van Bunnik te Odijk. De organisatie was in handen van de VNG Utrecht, het Netwerk Utrecht Zorg Ouderen (NUZO) en het kennisplatform Utrecht Sociaal. De bijeenkomst werd geleid door Anneke Dubbink, raadslid in Houten en beoogd bestuurslid van de VNG Utrecht.
In haar bijdrage wees Van Lieshout de bijna 60 deelnemers op het feit dat de groei van het aandeel ouderen de komende jaren tot een ingrijpende wijziging van de bevolkingsopbouw leidt. “In 1995 was nog maar 5 procent 65 plus. Straks zal dat 15 procent zijn. Er is een nieuwe bevolkingslaag op komst die het straatbeeld en het wereldbeeld mede gaat bepalen.” En dan vooral in de kleinere gemeenten. “Hier is in 2030 25 procent ouder dan 65. Het aantal 80-plussers ligt op 7,4 procent in De Bilt en op 2,5 procent in de gemeente Utrecht.”
Active Agers versus kwetsbare ouderen
De grootste fout die gemaakt kan worden door gemeenten is dat zij in hun ouderenbeleid geen rekening houden met de diversiteit van deze bevolkingsgroep, meent Van Lieshout. Want de hedendaagse ouderen zijn net zo divers als het jongere deel van de bevolking. Steeds meer ouderen blijven steeds langer zelfstandig in de eigen woonomgeving wonen en zijn tot op hoge leeftijd nog actief en mobiel, maar naast deze zogeheten Active Agers is er ook nog een omvangrijke groep kwetsbare ouderen, die juist eerder dan hun generatiegenoten een beroep moeten doen op zorg, kampen met armoede of dreigen te vereenzamen.
Kortom: enerzijds hebben ouderen krachten en potenties die je als gemeente moet zien te benutten. Anderzijds stellen ouderen de gemeenten voor een aantal opgaven, met name op het gebied van de zorg en de inrichting van de fysieke omgeving. Het is zaak om het gemeentelijk ouderenbeleid daarop af te stemmen, aldus Van Lieshout, en op maat en naar behoefte instrumenten in te zetten. Overigens heeft met name in de provincie Utrecht de oudere bevolking nog veel te bieden, denkt zij. “Hier zijn immers de meeste hoogopgeleide ouderen te vinden. En die zijn meer zelfredzaam, hebben een betere gezondheid en genieten een hoger inkomen. Maak daar vooral ook gebruik van.”
- Klik hier voor de presentatie van Ingrid van Lieshout.
Iedere generatie heeft andere relatie
Laurens de Graaf, burgemeester van Lopik, onderstreepte in zijn bijdrage die enorme diversiteit onder ouderen. Zeker ook in relatie tot de participatiesamenleving. “Ik denk dat het goed is om ook daar vanuit de verschillende generaties naar te kijken.”
Want iedere generatie heeft een andere relatie met de overheid. In de jaren ‘80 was de overheid de hoeder van de verzorgingsstaat, die vooral bureaucratisch en hiërarchisch van aard was. In de jaren tot 2010 deed de marktwerking haar intrede, waardoor de nadruk kwam te liggen op efficiency, bedrijfsmatig werken maar ook samenwerking en proceskwaliteit. Overheid en samenleving kwamen in die periode steeds meer naast elkaar te staan. En tegenwoordig is de samenleving soms zelfs boven de overheid komen te staan. Een vergelijkbare ontwikkeling heeft zich voorgedaan in de betrokkenheid van de burger. In de jaren ‘70 en ‘80 draaiden het vooral om inspraak, in de jaren ‘90 kwam er aandacht voor interactieve beleidsvorming en sinds 2010 staan burger- én overheidsparticipatie op de agenda.
Participatie is loslaten
Het lastige is dat alle relatie- en participatievormen zich tegelijkertijd kunnen voordien. “En daarom is het van cruciaal belang om te bepalen waar je het feitelijk over hebt als je het over participatie en de relatie tussen overheid en bevolking hebt. Ouderen aan zet, is de titel van deze bijeenkomst: wat bedoel je daarmee? Bedoel je wat de overheid wil, wat de doelgroep wil of bedoel je eigenlijk iets anders? Blijf je kortom bewust van je eigen en andermans perspectief.”
Volgens De Graaf vraagt participatie mede daarom om democratisch en ambtelijk vakmanschap. En niet zelden komt dat voor een gemeente neer op loslaten. “Burgerinitiatieven bijvoorbeeld draaien bij aanvang vooral om energie en pas veel later om structuur. De overheid is juist geneigd om vooral in structuren te denken. Mijn advies: niet doen. Als een burgerinitiatief net gestart is, laat het dan vooral zijn gang gaan en een eigen dynamiek ontwikkelen.”
- Klik hier voor de presentatie van Laurens de Graaf.
Generaties verbinden
Na de pauze deelde Heleen André de la Porte , eigenaar van Dynamo advies, de ervaringen met het project ‘Generaties verbinden, buurtkracht vinden’ in Austerlitz. Een burgerinitiatief, waarbij de vraag centraal stond hoe bewonersinitiatieven met generatie-verbindende activiteiten een concrete bijdrage kunnen leveren aan de sociale cohesie in de wijk.
Daarbij draait het volgens André de la Porte vooral om het verbinden van en de samenwerking tussen generaties. “Je ziet veel activiteiten georganiseerd vanuit systeemwereld voor ouderen onder elkaar. Dat is prima. Maar kijk ook eens naar de samenwerking tussen generaties en betrek daar vooral ook de leefwereld bij .”
Zij refereerde in dat kader aan een advies van de Raad van Ouderen over de overheidscampagne herwaardering ouderen. “De beeldvorming over ouderen is vaak negatief. En ouderen werken daar zelf ook aan mee. De RvO adviseert: we moeten niet praten over ouderen maar met ouderen, en de verschillende generaties met elkaar verbinden. Anders komen ouderen in isolement en worden zij als afgeschreven behandeld.”
In Austerlitz is daar met vier deelprojecten vorm en inhoud aan gegeven: samen tuinieren, samen muziek maken, samen bewegen en samen mobiel. Alle projecten zijn en worden getrokken door vrijwilligers, daarbij gesteund door een aantal professionals. André de la Porte: “Gebleken is dat je samen echt iets moois kunt neerzetten. Zeker als je erin slaagt een intergenerationele bril op te zetten.”
Pitches
Tot slot van de bijeenkomst kregen vertegenwoordigers van drie projecten gericht op ouderenparticipatie de gelegenheid een pitch te houden.
Het spits werd afgebeten door Samen sterk tegen eenzaamheid uit Leusden, waar Marcel Landman (voorzitter van de stichting Samenwerkende ouderorganisaties gemeente Leusden en Simone Rijneveld (beleidsadviseur gemeente Leusden) een toelichting op gaven.
Aloys ter Steege, voorzitter van de stichting Vrienden van het Binnenbos presenteerde het gelijknamige initiatief in Zeist om eenzaamheid bij ouderen te bestrijden. “Want eenzaamheid is geen aandoening, maar een gebrek aan saamhorigheid op buurtniveau”, aldus Ter Steege.
Als derde hield Kees Duijvelaar, voorzitter van KBO, afdeling IJsselstein, Lopik e.o. een pitch over de petitie die zijn organisatie heeft opgesteld om de gemeente ertoe te zetten om ook met ouderen het gesprek aan te gaan.
Het slotwoord was aan burgemeester De Graaf van Lopik: “We zeggen vaak dat participatie representatief moet zijn. Maar dat is niet zo. Het gaat altijd om een selectie van mensen. Participatie is met andere woorden niet representatief, maar het representeert wel van alles. Alleen al daarom is van belang hiermee door te gaan.”