Prachtig weer, een schitterende locatie maar bovenal een boeiend programma. Het waren ingrediënten die het Voorjaarscongres 2022 van de VNG Utrecht in de gemeente De Ronde Venen tot een succes maakten. De bijeenkomst stond in het teken van de nieuwe bestuurscultuur die nodig is om de relatie met de samenleving te herstellen. Elkaar weer leren begrijpen blijkt een belangrijke voorwaarde voor herstel. Immers: “Begrijpen is vertrouwen.”
De deelnemers aan het voorjaarscongres werden bij aanvang van harte welkom geheten door Maarten Divendal, burgemeester van gastgemeente De Ronde Venen en voorzitter van de VNG Utrecht. Dat gebeurde op het buitenterras van congreslocatie Wander Island in Vinkeveen. Geheel conform de nieuwe bestuurscultuur, zo schertste hij. “Maximaal transparant en niet in achterafzaaltjes.”
Na de Algemene Ledenvergadering van de VNG Utrecht (klik hier voor het verslag) was het woord aan Luuk Heijlman, hoofd concernstaf van de VNG, die sprak over Haagse actualiteiten en vooruitblikte op de ALV van de VNG van woensdag 29 juni. Financiën blijkt opnieuw het belangrijkste thema in het overleg met bewindslieden. Heijlman: “Het kabinet wil de komende jaren veel meer uitgeven en dus gaat het accres ook fors omhoog. Dat betekent dat in de jaren tot en met 2025 gemeenten zekerheid hebben over de extra inkomsten uit het Gemeentefonds. Maar 2026 is een ander verhaal. Dan knalt de herverdelingskorting er in een keer in en hebben we echt een probleem. Want je kunt niet investeren met een enkeljarige financiering. Dat proberen we het kabinet duidelijk te maken, maar dat kost moeite omdat het rijk met een financieringsstructuur werkt. Een aantal ministers snapt ons probleem en probeert tot een oplossing te komen. Die broedende kip willen we op dit moment niet storen. Duidelijk is dat als die oplossing niet gevonden wordt, we ook geen structurele afspraken kunnen maken, bijvoorbeeld over klimaat of vluchtelingen. We hopen dat dat gesprek niet gevoerd hoeft te worden.”
Stoppen met ruzie maken
Burgemeester Iris Meerts van Wijk bij Duurstede vroeg zich af of de toon in het overleg wellicht anders kan. “Moeten we niet stoppen met ruzie maken?” Heijlman is daar helemaal mee eens. “Tegelijkertijd geldt dat we als gemeenten zonder geld niet kunnen betekenen. Er zijn grenzen aan wat onze financiële mogelijkheden. Wat ons stoort is dat men aan die grenzen morrelt. Daaruit blijkt een gebrek aan respect voor een medeoverheid.”
Wethouder Hugo Prakke van Baarn stelde de vraag of er nog iets te doen valt aan de herverdeling van het Gemeentefonds. Baarn is een van de gemeenten die grote nadelen ondervindt van die operatie. Daar lijkt volgende Heijlman de race helaas al gelopen. “Het is wet geworden. Dan heeft boos worden geen zin meer. We zijn in gesprek met BZK over de problemen. Maar een eventuele oplossing is alleen langs zachte lijn te vinden.”
Tot slot vroeg Heijlman nog aandacht voor de zoektocht naar nieuwe leden voor de commissies en het bestuur van de VNG. Maarten Divendal zei dat de VNG Utrecht Utrechtse kandidaten van harte zal ondersteunen, zij het onder voorwaarden. “We willen dat mensen als ze eenmaal zijn verkozen ook terugkoppeling geven naar het provinciaal niveau en dat ze ook meenemen wat er leeft in provinciale afdeling. Wie dat belooft, kan op onze steun rekenen.”
Vertrouwen vereist begrip
Na de pauze was het thema aan de orde: ‘Besturen mét de samenleving’, Bouwstenen voor een nieuwe bestuurscultuur’.
Als redacteur/columnist van de Volkskrant schrijft Margriet Oostveen regelmatig over dit thema in de zogeheten ‘verslaggeverscolumn’. Aan de hand van diverse voorbeelden legde zij de vinger op zere plekken in de omgang tussen inwoners en bestuurders. Zo werd in Oss uit oogpunt van transparante een glazen raadszaal gebouwd, waar bestuurders zich vervolgens enorm kwetsbaar in voelden. Reden om rond de raadszaal een grote hoeveelheid betonnen palen te plaatsen. “Het streven was om toegankelijk over te komen, maar in de praktijk sloot men zich onder het mom van veiligheid juist steeds meer van de bewoners af.”
Nederweert kwam met een betrokkenheidsambtenaar en in Utrecht was er de wijkwinkel om de drempel tussen bestuur en lokale samenleving te verlagen. Dat leidde tot wisselend succes. Voornaamste reden dat het soms fout gaat, is volgens Oostveen gelegen in het feit dat er steeds meer hoogopgeleide begeleiders en bestuurders bijkomen die de lager opgeleide doelgroep of bewoners niet meer begrijpen. En vice versa. “Ze leven allebei in verschillende werelden. En dat leidt tot heel veel argwaan over en weer. Dat merk ik als journalist en dat zal voor jullie niet heel anders zijn.”
Daar ligt volgens Oostveen dan ook de belangrijkste uitdaging om tot vernieuwing van de bestuurscultuur: probeer te begrijpen dat de realiteit voor een inwoner heel anders kan zijn dan hoe een bestuurder of ambtenaar die ervaart. Een loket voor inwoners waar zij met al hun problemen terecht kunnen en waar ook direct met het oplossen ervan worden begonnen is een goede eerste stap. “Begrijpen is vertrouwen. Dus ik zou daar toch maar eens werk van gaan maken.”
Overheid gericht op mensen
Tweede spreker was Albertine van Vliet, waarnemend dijkgraaf van het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht, met ruime ervaring in het binnenlands bestuur. Zo was zij dijkgraaf van het Waterschap Veluwe, burgemeester van Amersfoort en waarnemend burgemeester in een aantal gemeenten.
Zij wees op de boodschap van Kim Putters in het essay ‘De Menselijke Staat’, dat hij schreef bij zijn afscheid als directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Putters stelt daarin onder andere dat het perspectief van burgers nadrukkelijker moet terugkomen in beleid. “Nederland heeft een overheid nodig die laat zien dat ze er voor mensen is.” Daarvoor is het met name nodig dat de overheid zijn aannames over wat burgers wel en niet kunnen realistischer moet maken, en meer rekening moet houden met het dagelijks leven van mensen.
“Er is dringend kennis en inzicht nodig in hoe het echt met mensen gaat, hoe zij de toekomst tegemoet zien en wat het effect van overheidsbeleid is op hun leven. Alleen op die manier kunnen we ervoor zorgen dat mensen volwaardig en zinvol mee kunnen doen aan de samenleving en niet afhaken. Bovendien zullen mensen door passend en effectief beleid, en een betrouwbare overheid, zich meer gerepresenteerd voelen bij (politieke) keuzes en meer vertrouwen krijgen in de overheid. Met een overheid die draagvlak heeft in de bevolking en vertrouwd wordt omdat die overheid rechtvaardig is en levert, kunnen we werken aan de maatschappelijke uitdagingen waar Nederland de komende jaren voor staat.”
Putters pleit er ook voor om duidelijk te zijn over wat mensen van de overheid kunnen verwachten, en andersom, en wie welke rol wanneer heeft en waarop kan terugvallen als het even tegen zit: een sociaal contract kortom. Van Vliet is er groot voorstander van. “Een zeer terechte oproep. Kijk als raad en als gemeente of je kunt geven waar de mensen echt om vragen. Praat niet over ze, maar doe het samen. Niet teveel schrijven, niet teveel nieuw beleid maken. Maar ga met je inwoners praten. Daar zou je het mee moeten doen.
Levendig debat
De twee bijdragen leidden tot een levendig debat met de deelnemers. Zo wees een van de aanwezigen erop dat het dilemma vooral ontstaat door de botsing tussen de systeemwereld, waarin bestuurders verkeren en ingewikkelde vraagstukken moeten worden opgelost en de leefwereld van de inwoners. “En het moet gezegd: vanuit de systeemwereld hebben we het wel heel erg ingewikkeld gemaakt allemaal. En dat gaat ten koste van de leefwereld. Het zou fijn zijn als we geholpen worden om die aansluiting weer te vinden, zeg ik ook richting de media.”
Een andere deelnemer wees op de rol die juist gemeenten kunnen spelen om die aansluiting te vinden. “Praat niet alleen over maar vooral ook met je inwoners. Vraag het ze gewoon: ‘Als u vindt dat regels op de verkeerde wijze van bovenaf opgelegd worden, voedt ons dan van onderaf met argumenten, uitdagingen en problemen, zodat we daarmee naar regio, provincie of rijk kunnen. Je kunt zeker als kleinere gemeente veel meer samen met je inwoners te regelen.”
De toeslagenaffaire heeft ook een grote impact gehad, merkte iemand anders op. “Ikzelf wil bijvoorbeeld niet voor zo’n overheid werken. Een overheid die mensen voortdurend in de wielen rijdt en klem zet. Ik vond dat hartverscheurend. En ondertussen zit je er zelf machteloos bij. Dit moeten we echt fixen. Maar dat is meteen ook het mooie van de gemeenten. Wij hebben met elkaar de dure plicht om als eerste overheid voor onze mensen te gaan staan.”
Een deelnemer had een VMBO-school bezocht, waar zich een jongere had gemeld die in een jaar jeugdzorg met acht begeleiders te maken kreeg. “Dit soort problemen speelt in alle gemeenten. We zijn de weg een beetje kwijtgeraakt. Hoe kunnen we jongeren die ons nodig hebben de steun geven die ze nodig hebben, zonder in systemen, structuren en regelingen terug te vallen? Dat gesprek heeft me diep geraakt. Daar moeten we echt iets mee.”
Samen bouwen aan vertrouwen
Gespreksleider Divendal riep de titels van een aantal coalitieakkoorden in herinnering. “De termen samen, bouwen, vertrouwen en betrouwbaar komen daarin het meeste terug. Maar hoe krijg je dat vooral elkaar?”
Cees van Eijk antwoordde dat Amersfoort daartoe regelmatig stadsgesprekken is aangegaan. “Het opvallende is dat we dan veelal geen nieuwe maar al bekende mensen aanspreken. Dat leidt tot diepgang en een integrale maar wel scherpe blik op de problematiek. De politici die bij die gesprekken aanwezig zijn uitermate enthousiast. Terwijl de ambtenaren juist van mening zijn dat het te vaak over kleine zaken gaat in plaats van over de grote lijn. Het zijn twee belevingen van hetzelfde. Hoe breng je dat samen?”
Misschien hebben de communicatiemensen van gemeenten daar wel een rol in. “Zij zijn veel tijd kwijt met het uit de wind houden van gemeentebestuurders. Maar juist hierin zijn zij belangrijk. Het gaat namelijk vaak over hetzelfde: mensen begrijpen het niet. Als je het uitlegt vaak wel.”
Van Vliet: “Duidelijke keuzes maken en mensen daarin meenemen is ook belangrijk. Misschien ook eens een beleidsarme collegeperiode invoeren. Focus en keuze: zorg dat je niet alles probeert te doen. Putters zegt daarover: vorm een gemeenschap, ook met mensen die je niet kent. En dat begint bij de gemeente.”
De coronacrisis heeft wat betreft voldoende lesstof geboden. “Hoe kom je in gesprek met mensen die er totaal anders over denken dan jij. Ook zij willen serieus worden genomen. Dat hebben we heel veel kunnen oefenen de laatste jaren.”
Ambtenaar is belangrijk
Vanuit de zaal merkte iemand op dat ook het perspectief van de ambtenaar niet vergeten moet worden. Zo werd de instroom van gevluchte Oekraïners vooral opgepakt als een bureaucratisch en digitaal ingericht proces. “Maar onze ambtenaren wilden dat helemaal niet. Die wilden de mensen juist zien. Laten we onze mensen dus vooral ook vanuit passie hun werk doen.”
In Soest is juist zwaar ingezet op zoveel mogelijk samenwerken, ook en misschien wel juist in de politieke arena, vertelt griffier Marcella van Esterik. “Vooraf had de raad zich ten doel gesteld om elkaar niet de tent uit te vechten maar samen met de inwoners op te trekken en tot nieuwe plannen te komen. Het gevolg: we hebben een breed gedragen coalitieakkoord, waarvan zelfs partijen die niet tot de coalitie behoren besloten hun handtekening eronder te zetten.”
Van Vliet: “We moeten terug naar de menselijke maat en verbinding proberen te leggen tussen systeem- en leefwereld. En ik voeg daaraan toe: koester de bureaucratie. Want ambtenaren zouden die verbinding heel goed kunnen leggen. De betrouwbare overheid wordt mede gevormd door onze ambtenaren. Geef ze dan ook het vertrouwen.
Gerrit Spelt, wethouder van Lopik, net begonnen aan zijn vijfde termijn, voegde daaraan toe twee tegels boven zijn bureau te hebben hangen. “Op de ene staat: de gemeente heeft inwoners, de McDonalds heeft burgers. En op de andere staat: het is niet voor niets dat beleid met dezelfde letters wordt geschreven als debiel. Als we het niet meer weten zoeken we een uitvlucht in beleid. Terwijl aan de andere kant ook eindeloos participeren een uiting kan zijn van besluiteloosheid. Mijn stelling: doe gewoon wat goed is voor je inwoners.”
Iedereen bereiken
Burgemeester Koos Janssen wees erop dat zijn liefde voor mensen verklaart waarom hij met zoveel passie zijn werk doet. “Maar dat hoef ik niet te vertellen, dat moeten mensen ervaren. Zij zitten niet op mijn woorden te wachten, maar op gedrag. Dat zie ik als onze opgave: wij willen onze inwoners kracht, nabijheid en vertrouwen laten ervaren. Daar kunnen mensen ons als gemeente ook op aanspreken. We willen iedereen bereiken en ik gun ook iedereen de ervaring dat hij of zij bereikt is. Dat de ervaring is bij onze inwoners dat zij ertoe doen. Niet zozeer dat een belang gediend is, maar dat er bij ons alleen een gedeeld verlangen is naar een goed leven. Goed leven betekent voor een mens dat hij het vorm kan geven op de wijze die hij wil. Daar hebben we als gemeenten een belangrijke rol in te vervullen.”
En zo kwam er een einde aan een inspirerende bijeenkomst. Dagvoorzitter Divendal: “Hier en daar was het een somber verhaal, maar het geeft in ieder geval helder aan waar voor ons allen de opgave ligt. Ik roep de woorden die eerder werden uitgesproken in herinnering: laten we proberen om voor een inwoner per dag van betekenis te zijn. Dat zie ik als een mooie uitdaging.”