Hij heeft er absoluut van genoten. Van de ontmoetingen met collega-bestuurders op alle niveaus, van de inspirerende bijeenkomsten in verenigingsverband, van de collegiale samenwerking in het dagelijks bestuur. Desondanks oordeelde Koos Janssen deze zomer dat het tijd werd om te stoppen als voorzitter van de VNG afdeling Utrecht. “Ik geef anderen graag de ruimte om dit mooie werk voort te zetten.”
Het had weinig gescheeld, of Koos Janssen was helemaal geen voorzitter van de VNG afdeling Utrecht geworden. In 2004, het jaar dat hij als burgemeester van Soest zitting nam in het dagelijks bestuur, was er nog geen vuiltje aan de lucht. Maar dat veranderde in 2006, het moment dat Janssen tot burgemeester van Zeist werd benoemd. Wethouder Wim den Heijer zat immers al namens Zeist in het bestuur. “En twee bestuursleden uit dezelfde gemeente, dat kon natuurlijk niet”, aldus Janssen. “Den Heijer gaf echter meteen te kennen ruimte voor mij te willen maken. Door die zeer collegiale actie kon ik als bestuurder aanblijven.”
Bij het aantreden van Janssen stond het bestuur nog onder voorzitterschap van Bert Groen, burgemeester van Bunschoten-Spakenburg. Na diens vertrek, in 2005, werd burgemeester Hans van der Sluijs van Maarssen benoemd tot voorzitter. Janssen nam zijn functie als vice-voorzitter over. In 2007 vertrok Van der Sluijs op zijn beurt naar Leidschendam-Voorburg, en kwam Janssen zelf aan het roer van de VNG afdeling Utrecht te staan.
Discussie en inspiratie
Het dagelijks bestuur discussieerde in die tijd volop over de koers die de VNG afdeling Utrecht in de 21ste eeuw moest gaan varen. “Ons doel was de vereniging nieuw leven in te blazen. Steeds vanuit de invalshoek: hoe kunnen we nog meer voor onze leden betekenen? In dat kader is er nadrukkelijk voor gekozen geen standpunten in te nemen. Dat moet iedereen maar vanuit de eigen gemeente en via de landelijke VNG doen.”
Onder voorzitterschap van Janssen richtte de VNG afdeling Utrecht zich enerzijds op discussie met en anderzijds op inspiratie van haar leden. “De discussies gingen met name over zogeheten ‘Utrechtse kwesties’”, aldus Janssen, “zoals regionale samenwerking, duurzame ontwikkeling versus economische vooruitgang, maar ook de relatie tussen de gemeenten en het provinciebestuur.”
Inspiratie probeerde de vereniging haar leden te geven door onderwerpen aan te reiken als vertrouwen, integriteit, framing of de toekomst van de democratie. “Steeds met als achterliggende vraag: hoe breng je elkaar in het werk, in het functioneren steeds weer een stapje verder? Hoe onderhoud je je kennis en vaardigheden en hoe breid je die uit?”