Het volk vertegenwoordigen en het volk laten meepraten. Dat zijn volgens dijkgraaf Jeroen Haan van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden de twee benen onder ons democratisch bestel. “En net als een topatleet zul je beide benen moeten trainen om in topvorm te blijven en de waardering van het publiek te krijgen.”

Dijkgraaf Jeroen Haan is er duidelijk over: gemeenten zijn net als de provincie een buitengewoon belangrijke gesprekspartner voor zijn waterschap. “Veel van de opgaven waar wij als waterschap voor staan hebben direct betrekking op de leef-, woon- en werkomgeving van inwoners en bedrijven. Op dat niveau fungeren met name de gemeenten als eerste aanspreekpunt. Zij zijn dus uitermate belangrijk voor het welslagen van onze projecten.”

Die projecten hebben met name betrekking op de ruimtelijke inpassing van water. “Water stelt ons in toenemende mate voor problemen: piekbuien en wateroverlast, maar ook langdurige droogte en bodemdaling. De klimaatverandering versterkt die problemen alleen maar. Het gaat nu dus vooral om slimme keuzes maken. Waar krijgt water een plek, waar krijgen wonen en werken een plek en hoe maken we de beste combinaties? Het waterschap zou daarvoor standaard aan tafel moeten zitten bij vraagstukken over ruimtelijke ordening.”

Het gesprek daarover wordt met name gevoerd aan de hand van concrete projecten. “In iedere gemeente hebben we te maken met specifieke opgaven. Woerden bijvoorbeeld ligt in het veenweidegebied en kampt met de gevolgen van bodemdaling. De Bilt op haar beurt heeft te maken met wateroverlast, op het moment dat op de Utrechtse Heuvelrug veel water valt. De stad Utrecht worstelt met hittestress. Met die gemeente praten we bijvoorbeeld over het zo klimaatrobuust invullen van de ontwikkeling van de Merwedekanaalzone. Maar ook over de toekomst van polder Rijnenburg.”

Dijkgraaf Jeroen Haan

Dijkgraaf Jeroen Haan
© Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden

Samen een agenda opstellen

Met elke gemeente probeert De Stichtse Rijnlanden tot de beste aanpak of oplossing te komen. “We proberen in gesprek met elke gemeente tot een zo concreet mogelijke agenda te komen. Wat hebben we met elkaar?”

Als de opgave over de grenzen van de individuele gemeenten heen gaat, zoals bijvoorbeeld het geval is bij het ruimtelijk economisch programma van de U16-gemeenten, wordt de samenwerking gezocht. Haan: “Gemeenten zijn zich er sterk van bewust dat zij niet alles binnen de eigen grenzen kunnen oplossen. Ik zie dat ze problemen steeds meer samen oppakken en dat de samenwerking intensiveert, ook met de vier waterschappen die in deze provincie actief zijn. In het algemeen zie ik dat water en landschap steeds scherper als een soort ruimtelijke onderlegger voor stedelijke ontwikkeling wordt gezien. Ook als dat beperkingen met zich meebrengt. Dat verdient alleen maar lof.”

Niet in de laatste plaats omdat gemeenten toch al veel op hun bordje hebben liggen. “Ik ben de eerste om te onderkennen dat de problemen in het sociaal domein veel aandacht, tijd en geld van gemeenten opeisen. Maar ook water is een serieus probleem aan het worden. Als je nu geen aandacht schenkt aan thema’s zoals klimaatadaptatie en waterrobuustheid, dan komt dat over een paar jaar als een boemerang terug. Zoals een wethouder het zei: we zijn nu toch al de ruimte aan het herinrichten. Dan zou het echt een foute keuze zijn om het niet meteen goed toe doen. Gelukkig is dat inzicht bij veel gemeenten wel aanwezig.”

Verdelingsvraagstukken

De waardering die dijkgraaf Haan heeft voor de gemeenten wordt zeker niet door iedereen gedeeld. Dat tijdens het Voorjaarscongres van de VNG Utrecht de herwaardering van de publieke sector centraal staat is volgens hem dan ook zeer terecht.

“De publieke sector wordt absoluut ondergewaardeerd op dit moment. Overigens maak ik daarbij wel een onderscheid tussen rijk en regio. De polarisering van politiek en bestuur is in Den Haag echt anders dan op lokaal en provinciaal niveau. Tegelijkertijd zijn we wel degelijk één overheid. En zo bezien hebben we best nog wel wat te doen. Als regionale overheden hebben we een rol om dat weglekkende vertrouwen te stuiten en juist vertrouwen te wekken door te laten zien dat we een betrouwbare overheid zijn.”

Dat is soms best ingewikkeld, erkent hij. “Want waar mensen met name behoefte aan hebben is duidelijkheid. En die is niet altijd te geven omdat je de informatie nog niet hebt of soms heb je ook een vervelende boodschap. Iemand zei eens: de overheid is ervoor om gedoe op te lossen. Het gaat bijna altijd om verdelingsvraagstukken.”

Dat geldt zeker ook voor de thema’s waar het waterschap verantwoordelijk voor is. “Ruimte kun je namelijk maar een keer uitgeven. Als je vanwege de klimaatverandering wilt komen tot een andere ruimtelijke verhouding tussen water, natuur, landbouw en wonen ontkom je er niet aan dat sommige mensen zich door het resultaat van die afweging de verliezer zullen voelen.”

Kwaliteit van het samenspel

Daarom is het volgens Haan ook zo belangrijk dat de overheid laat zien hoe zij tot een bepaalde afweging komt. “Enerzijds moeten we heel goed luisteren naar alle belangen die spelen en die ook een stem geven in het proces. Anderzijds moeten we laten zien hoe de afweging tussen al die belangen vervolgens gemaakt wordt. Ook als die heel ingewikkeld is.”

Haan is ervan overtuigd dat de waardering voor de publieke sector staat of valt met de kwaliteit van het samenspel van de representatieve en de participatieve democratie. “Het volk vertegenwoordigen en het volk laten meepraten: dat zijn de twee benen onder ons democratisch bestel. Net als een topatleet zullen we beide benen moeten trainen, niet alleen om in topvorm te blijven maar ook om op de waardering van het publiek te kunnen blijven rekenen.”

Dat betekent dus vooral ook: goed blijven luisteren en veel meer uitleggen. “Dat brengt met zich mee dat je als politicus of bestuurder ook achter een besluit moet gaan staan als dat niet de door jou gewenste uitkomst is. Als volksvertegenwoordiger kun je best aangeven dat je het ergens niet mee eens bent, maar je kunt ook aangeven dat zo’n besluit is genomen als onderdeel van een goed en democratisch proces. Dat gebeurt nog te weinig.”

Haan merkt dat zelf in de discussie met boeren en bewoners over de versterking van de Lekdijk. “Zij willen graag zekerheid. Waar ben ik op de lange termijn aan toe? Wij als waterschap moeten bij de versterking van de dijk zo goed mogelijk alle verschillende belangen afwegen. Daardoor is die zekerheid niet altijd al te geven. Wel proberen we zo transparant mogelijk te zijn, ook als de koers verandert. En natuurlijk proberen we elkaar toch te vinden, ook al liggen de belangen ver uit elkaar. Hoe moeilijk dat soms ook is.”

Groot denken, klein doen

Ondanks de toegenomen polarisatie is Haan ervan overtuigd dat het op termijn wel degelijk mogelijk is om tot een herwaardering van de publieke sector te komen. “Herman Tjeenk Willink heeft een keer een boekje geschreven, waarin hij stelde: we moeten groter denken en kleiner

doen. Dat is de manier om tot een herwaardering van ons werk te komen. Geen grote visionaire verhalen afsteken, maar gewoon laten zien wat je doet of gaat doen.”

“We moeten mensen echt een stem geven.”
© Marcos Luiz / Unsplash

Ook moet er meer werk worden gemaakt van participatie. “We moeten mensen echt een stem geven en dat wat zij inbrengen ook laten terugkomen in al die plannen die we maken. En dat begint echt heel klein: dat gemeente die het signaal krijgt dat er ergens een stoeptegel scheef ligt, erin slaagt om die tegel binnen een paar dagen weer recht te leggen. Dan laat je zien dat je een betrouwbare overheid bent.”

Daarnaast moeten bestuurders vooral ook weerwoord geven. “Als de populisten aan het klagen zijn over wat er allemaal wel niet fout gaat en dat wordt vervolgens door niemand weersproken, dan ontstaat al snel de gedachte bij de zwijgende meerderheid dat het wel zal kloppen. Je moet dus zeker ook de redelijkheid een stem geven en laten zien dat ook heel veel wél goed gaat. Bijna als vanzelfsprekend.”

Corona is wat betreft een opsteker, denkt de dijkgraaf. “Ik heb er echt bewondering voor hoe met name ook de burgemeesters daarmee om zijn gegaan. Zij zijn met hart en ziel voor de lokale samenleving gaan staan. Door enerzijds een strakke naleving van de regels af te dwingen en anderzijds alle begrip te tonen en ook in actie te komen voor burgers en ondernemers die in de knel kwamen. Het geeft eigenlijk perfect aan hoe de publieke sector acteert. En de samenleving blijkt dat wel degelijk te kunnen waarderen.”

Delen.

Reacties zijn uitgeschakeld.