De Coronacrisis mag er niet toe leiden dat ook de lokale democratie in lock-down gaat, vindt Anneke Dubbink, PvdA-fractievoorzitter in Houten en bestuurslid van de VNG Utrecht. “Het is zoeken naar een nieuwe balans. Wat moet je uitstellen en wat kun je nog wel laten doorgaan? Zonder dat de lokale besluitvorming stokt en de gemeente op slot gaat?”
Al sinds 2006 is Anneke Dubbink actief in de Houtense politiek. Eerst als commissielid voor de PvdA-fractie, vanaf 2010 als raadslid en fractievoorzitter van een van de coalitiepartijen. In 2018 kwam daar verandering in, toen de PvdA in de oppositiebankjes terecht kwam.
Dat was wel even wennen, erkent ze. “Het coalitieprogramma omvat zeker niet alles wat we zouden willen. Dan moet je als oppositiepartij dus extra je best doen om het eigen geluid erin te krijgen en je te laten horen. Tegelijkertijd moet je wel constructief zijn. Want je vormt wel samen het bestuur van een stad of een dorp. Alleen maar briesend aan de zijlijn staan en roepen dat je oneens bent met wat er gebeurt, vind ik niet getuigen van goed bestuurderschap.”
‘Niemand leeft op een eiland’
Het illustreert de wijze waarop Dubbink als politicus in het leven staat. “Het is belangrijk om als raadslid een bijdrage te leveren aan en onderdeel te zijn van een maatschappelijke oplossing. Niemand leeft op een eiland. Idealisme inspireert me en zorgt dat ik ambitieus blijf, maar er moeten ook resultaten geleverd worden. In het dagelijks leven ben ik consultant en heb ik vaak een adviserende rol. Als raadslid zorg je zelf ervoor dat er besluiten genomen worden. Dat is een heel andere positie, die ook nog eens complementair is aan mijn dagelijkse leven.”
De lokale politiek heeft haar indertijd in dat opzicht verrast. “Je hebt als inwoner van een gemeente enorm veel te bepalen over hoe de lokale samenleving en je woonomgeving eruit zien. De raad is een vertolker van wat inwoners belangrijk vinden. Dat wordt je eigenlijk pas duidelijk als je je er meer in verdiept. Natuurlijk: als lokale politicus ga je niet over defensie of economie. Maar het gaat wel over wel of geen extra sportvoorziening, of er wel of geen supermarkt in een weiland komt, en hoeveel en waar woningen gebouwd moeten worden. Het gaat om echte keuzes, waarvan het effect dus ook heel zichtbaar en van groot belang is voor de inwoners. ”
Democratisch gelegitimeerd
Het valt in deze bizarre tijd niet mee om die keuzes op democratisch gelegitimeerde wijze te nemen, zo is inmiddels wel gebleken. “Een bijzonder belangrijk onderwerp voor Houten is de Ruimtelijke Koers. Eén van de vragen is hoe we ruimtelijk invulling moeten geven aan ons voornemen om tot 2040 5.000 woningen erbij te bouwen. Daar is in het voortraject heel veel participatie over geweest, waar circa 3.000 inwoners aan hebben meegedaan. Dat zou in juli in de gemeenteraad komen, maar hebben we nu uitgesteld tot september. Tot die tijd doen we -vooralsnog- alles wat op dit onderwerp betrekking heeft digitaal.”
Ook procedurele zaken en de besluitvorming over minder ingrijpende thema’s worden zoveel mogelijk in een virtuele omgeving afgewikkeld. Agendacommissies en collegegesprekken vinden plaats via Microsoft Teams. Deze week hebben we ook via Teams voor het eerst een openbaar rondetafelgesprek gehouden, waar mensen vanuit huis aan konden deelnemen. Want je wilt de inspraak wel zo normaal mogelijk laten plaatsvinden.
De komende tijd wordt bezien welke andere onderwerpen zich hiervoor lenen. Dubbink: “We hebben immers nog tal van grote onderwerpen op de agenda staan, zoals de regionale energiestrategie (RES) en de Sociale Koers. Telkens moeten we bepalen: Wat moet je uitstellen en wat moet je laten doorgaan om te voorkomen dat de lokale besluitvorming stokt en de gemeente op slot gaat? Sowieso vrees ik dat, als dit langer duurt dan 1 september, we een gigantisch bestuurlijk probleem hebben met elkaar.”
Regio is belangrijk
Naast haar dagelijkse werk als consultant en het raadswerk is Anneke Dubbink ook nog bestuurslid van de VNG Utrecht. “Als je het belangrijk vindt en je krijgt er energie van, dan vind je er ook tijd voor. Zo simpel is het”, zegt ze er zelf over.
Haar motief om bestuurslid te worden: “Ik ben al geruime tijd actief in de lokale politiek, en vond het tijd worden om eens wat breder te kijken. De regionale opgaven worden immers steeds belangrijker: de RES, de woonopgave, mobiliteit, recreatie, de gemeenschappelijke regelingen. Je kunt het niet meer alleen als gemeente; je hebt ook de gemeenten in jouw regio erbij nodig. Er kwam een bestuursfunctie vrij bij de VNG Utrecht en dat was voor mij precies op het goede moment.”
Daarnaast vindt ze de VNG Utrecht ‘een mooie vereniging’. “De VNG Utrecht is heel actief en voortdurend bezig met haar kerntaak: hoe zorgen we ervoor dat onze leden geïnformeerd zijn en worden over de meest relevante thema’s en onderwerpen?”
Ze hoopt als bestuurslid voor elkaar te krijgen dat raadsleden in grotere getale de bijeenkomsten van de VNG Utrecht gaan bezoeken. “De gemeenteraden zijn niet bepaald oververtegenwoordigd ten opzichte van andere bestuurders. Daarom beoordeel ik ons programma van bijeenkomsten kritisch op de vraag of het onderwerp iets is waar raadsleden op aanslaan, mee geholpen zijn of hun werk beter door kunnen doen. Als ik op die manier er mede voor kan zorgen dat raadsleden het interessanter vinden om tijd vrij te maken voor onze bijeenkomsten dan zou dat mooi zijn.”
Digitale ontmoetingsplek
Hoewel het in golfbewegingen gaat is de behoefte aan informatie ook bij raadsleden zeer groot en tijdens verkiezingstijd nog vele malen groter. En dus heeft de VNG Utrecht een belangrijke rol te vervullen. Daarnaast is er natuurlijk de behoefte aan ontmoeting.
“Ook daar ligt een belangrijke kans voor ons als vereniging”, meent Dubbink. “Helaas gaat ons Voorjaarscongres niet door, maar wellicht kunnen we onze leden digitaal wat vaker een ontmoetingsplek bieden, waar ook nog eens zinvolle informatie wordt verschaft. Corona is iets vreselijks, maar het zal sommige zaken wel degelijk versnellen. De stap om vergaand te digitaliseren is opeens een stuk kleiner geworden. Voor de VNG Utrecht biedt dat volop nieuwe kansen.”