Zwak en kwetsbaar, dat is het beeld van ouderen ten tijde van de coronacrisis. Maar dat is bepaald geen juiste weergave van de werkelijkheid, vindt het Netwerk Utrecht Zorg voor Ouderen (NUZO). Er zijn immers ook veel krachtige en vitale ouderen, die met hele andere problemen worstelen. “Zorg daarom altijd voor maatwerk, ook of misschien wel juist in crisistijd.”
Het is een van de vele lessen over ouderenzorg die zijn geleerd in coronatijd, vertelt gezondheidswetenschapper Meta de Graaff. Zij is sinds 2008 coördinator van het Netwerk Utrecht Zorg voor Ouderen (NUZO), een regionaal ouderennetwerk, dat opereert op het snijvlak van zorg, welzijn en wonen. Het NUZO richt zich op “het stimuleren en bevorderen van ouderenvriendelijke ontwikkelingen gericht op de eigen vraag en eigen regie van kwetsbare ouderen en hun mantelzorgers en de vitaal ouder wordende ouderen en hun netwerk in gemeenten en wijken in de brede Utrechtse regio”. De VNG Utrecht is een van de partners in het netwerk.
Samen met Mieke Klootwijk, lid van de ouderendelegatie van het NUZO en de NUZO Raad en Martijn Beek, wethouder volksgezondheid in Veenendaal en vertegenwoordiger van de VNG Utrecht in de NUZO Raad sprak Meta de Graaff met vngutrecht.nl over de taaie leerstof van COVID-19.
Bij de eerste coronagolf kon namelijk meteen al het nodige lesmateriaal worden verzameld. In het voorjaar van 2020 was immers ook direct sprake van het zwartste scenario op de IC’s. En ook het aantal sterfgevallen liep snel op, met name onder ouderen. Reden voor de ouderendelegatie van het NUZO om onder het motto: ‘Wat kan en mag ik vragen’ bij ouderen onder de aandacht te brengen dat zij zich beter zouden moeten voorbereiden op hun laatste levensfase.
De Graaff: “Tijdens een lockdown blijkt eigenlijk iedereen versneld bezig te zijn met de vraag hoe het is als je ouder wordt, de contacten minder worden en je het leven anders moet gaan aanpakken. Als oudere kun je wel vinden dat je alles kunt opeisen, maar wil je dat ook? Of eigenlijk: moet je dat wel willen?”
Ouderen in isolement
De actie, gehouden in april 2020, kwam op een moment dat ouderen in toenemende mate in een isolement terecht kwamen. Dat gold niet alleen voor ouderen in de verzorgingshuizen, die opeens geen bezoek meer van hun naasten konden ontvangen. Maar zeker ook voor ouderen thuis, van wie bijvoorbeeld de dagbesteding, de koffie-ochtend of het bankje in de stad werd afgenomen. Op allerlei manieren werden zij beperkt in de mogelijkheden om anderen in hun netwerk te ontmoeten. “En ondertussen werden ze ook nog eens gebeld door de huisarts, met indringende vragen over wel of reanimeren en dergelijke. Wat weer tot de nodige boosheid aanleiding gaf.”
Er viel kortom wel wat te zeggen over de negatieve effecten van de coronamaatregelen op het oudere deel van de bevolking en hoe die te minimaliseren zijn. De Graaff: “Deze zomer zijn alle lessen opgehaald bij de partners in het netwerk en in een document verzameld: ‘Geleerde lessen NUZO ouderen en partners in coronatijd’. Op die manier wilden we beter voorbereid zijn op een eventuele tweede golf.”
Ondertussen zit Nederland alweer in golf nummer drie en heeft het NUZO de lessen inmiddels ook in een flyer opgenomen. Het doel: de opgedane kennis zo breed mogelijk te delen. “Het is onverminderd actueel. En de lessen zijn ook toepasbaar als deze coronacrisis weer voorbij is.”
Kijk naar de vraag achter de vraag
In totaal zijn er zeven thema’s geïdentificeerd waar aandacht voor moet komen. Maatwerk staat daarin met stip op één. Mieke Klootwijk: “Maatwerk is noodzakelijk. Want wat of wie is de oudere? Onder invloed van COVID-19 ben je geneigd alleen te kijken naar de meest kwetsbare ouderen. Daarom kwam de focus ook te liggen op de verpleeghuizen. Maar het gaat juist in den brede om de kwaliteit van leven voor ouderen, waar je naar kan en moet kijken. Dat gaat verder dan alleen medische zorg, maar raakt zeker ook het welzijn van ouderen. Hoe ga je om met het gebrek aan sociaal contact en de dreigende vereenzaming? Hoe bereid je je voor op de laatste fase van je leven, de gezondheidsproblemen die daarbij komen kijken en het naderende levenseinde? Lastige kwesties, die veel verder gaan dan het medisch handelen. Kijk dus vooral ook naar de vraag achter de vraag, is ons advies. Dat moet elke hulpverlener zich aanleren.”
De Graaff: “Vergeet niet dat 97 procent van de ouderen boven de 70 jaar tot op hoge leeftijd thuis verblijft, inclusief alle problemen die zich bij het ouder worden kunnen voordoen. Of het nu dementie is, lichamelijke aandoeningen of gewoon het omgaan met verminderde fysieke krachten. Daar moet oog voor zijn. En de gemeente heeft daar een belangrijke rol in. Dat komt ook in de geleerde lessen naar boven.”
Aandacht is minstens zo belangrijk
Bijvoorbeeld als het gaat om de woon- en leefomgeving. Omdat ouderen in coronatijd aan huis gekluisterd zijn, is de kwaliteit van die woning en de voorzieningen daaromheen nog belangrijker dan in het verleden al het geval was.
Volgens Martijn Beek hebben gemeenten daar ook zeker oog voor. “Ouderenhuisvesting staat hoog op de agenda. Waar en vooral ook wat gaan we bouwen voor ouderen. En hoe zorgen we dat in de prestatieafspraken met woningcorporaties ook levensbestendigheid wordt meegenomen? Daar wordt echt wel op voorgesorteerd. Mijn zorg is dus ook niet of er aandacht voor is, maar veel meer of we niet te ver doorschieten in het streven ouderen zo lang mogelijk zelfstandig te laten wonen. Want daar zijn ook risico’s aan verbonden. Zoals Mieke al aangaf: juist in coronatijd is het belangrijk om op zoek te gaan naar de vraag achter de vraag. Ouderen zeggen al snel: het gaat goed, ik mag niet klagen. Vaak zijn ze ook bang om aan projecten mee te doen, bijvoorbeeld vanwege het besmettingsrisico. Maar we merkten bijvoorbeeld bij wijkbezoeken dat, als je even bij de mensen langs ging, je zo een uur verder was en er in dat gesprek ook allerlei andere problemen op tafel kwamen.”
De Graaff: “Aandacht is dus ook een belangrijk thema. Probeer als professionals proactief naar de ouderen in de wijk toe te gaan. Mensen komen niet vanzelf naar je toe. Je zult echt moeten langsgaan bij ze. En als je eenmaal binnen bent, moet je tijd nemen om het gesprek met ze te voeren.”
“Gelukkig hebben we in Veenendaal een stevig vrijwilligersnetwerk, waar we goed en vaak contact mee hebben. Zo weten we wat er speelt en we kunnen op hen een beroep doen als het nodig is”, aldus Beek. “Maar dan nog zul je moeten bezien of het aanbod en de vraag matchen. Dat moeten ook de professionals in de wereld van zorg en welzijn goed bekijken. Spreek met elkaar af wie er op welk moment bij de ouderen thuis langskomt en wat er bij zo’n bezoek aan de orde komt.”
Welzijn en zorg zijn een geheel
“Wij pleiten in het NUZO al langer voor het verbinden van de professionele en de niet-professionele zorg”, aldus De Graaff. “In het verleden zagen we soms gebeuren dat professionals afhoudend waren. Daar heeft het coronavirus verandering in gebracht. Het contact is er nu, dus laten we dat vooral vasthouden. Maar coördineer het wel: wat kan of moet de professional doen en wanneer kan of moet hij een stapje opzij doen om de vrijwilliger of mantelzorger ruim baan te geven. Denk altijd: wat heeft die ander nodig om de oudere van de beste zorg te kunnen voorzien. En spreek vooral ook waardering uit naar elkaar.”
Beek: “In contact blijven met elkaar, ervaringen uitwisselen en elkaar waarderen. Dat is enorm belangrijk. Niet in de laatste plaats omdat er nieuwe ideeën en initiatieven uit kunnen ontstaan.”
Mieke Klootwijk: “Ik hoop vurig dat we erin slagen om dat vast te houden. Om een open blik te houden, echt naar ouderen te kijken en te zien wat er echt nodig is. Dat zou de grote winst van deze ellendige periode zijn. Dat niet iedereen zich weer in zijn eigen rol en positie terugtrekt. Want dat ligt wel op de loer als de situatie weer normaal wordt. Alle betrokkenen moeten daar buitengewoon alert op zijn.”
De Graaff: “Handel vanuit de mens. Het welzijn zit bij velen in het hart gebakken, maar soms schiet het er gewoon bij in. Ziekenhuizen bijvoorbeeld keken in de beginfase van de coronacrisis te strak naar de medische zorg. Helaas hebben we geleerd dat je dat dus breder moet bezien. Eenzaamheid thuis doet ook iets met de gezondheid. Welzijn en zorg zijn een geheel.”
Digitaal vaardig
Een ander aandachtspunt is de kwaliteit van de informatievoorziening. Hoe beter die is, des te groter is de kans dat onnodige angst bij ouderen wordt voorkomen.
“Geef als gemeente in ieder geval aan waar betrouwbare informatie is te vinden”, aldus De Graaff. “Want met name door de invloed van social media is het erg lastig geworden voor mensen om te weten wat nu betrouwbare informatie is. Gemeenten hebben daar absoluut een rol in.”
Overigens heeft de grote behoefte aan informatie over COVID-19 er wel toe geleid dat een behoorlijk aantal ouderen het afgelopen jaar versneld digitaal vaardig is geworden. Klootwijk: “Steeds meer ouderen realiseren zich dat ze digitaal vaardig moeten worden. De noodzaak daartoe wordt ook steeds groter. Zeker nu door het gevaar van besmetting steeds meer zaken online moeten worden afgewikkeld: de dagelijkse boodschappen, mijn overheid, de belastingdienst, tot het persoonlijke zorgdomein van het ziekenhuis. Gemeenten zullen moeten bezien hoe de mensen daarin ondersteund kunnen worden. Gelukkig gebeurt er in dat opzicht ook al heel veel.”
Beek: “We worden ook zelf digitaal vaardiger. De eerste keer dat onze mensen niet meer naar het gemeentehuis mochten komen, duurde het een week voordat afspraken waren omgezet en iedereen in staat en er op voorbereid was om thuis te werken. De tweede keer nam het bij wijze van spreken niet meer dan een half uur in beslag. Corona heeft ervoor gezorgd dat een deel van de bevolking versneld gedigitaliseerd is. Een ander deel van de samenleving is daardoor juist versneld op afstand geraakt. Met name voor de kwetsbare groepen in de samenleving, is die snelle digitalisering helemaal niet gewoon. Als gemeente bieden we informatie daarom ook nog schriftelijk aan. Bijvoorbeeld via ons gemeentenieuws dat wekelijks als bijlage in de huis-aan-huiskrant verschijnt. Daar zetten we dus ook op in: om met name die mensen de helpende hand te bieden. We moeten niet de fout maken ons alleen te richten op de digitaal vaardigen. Dat zou een grote fout zijn.”
Volgens Klootwijk onderstreept dat het belang van een tweesporenbeleid. “Met enerzijds het aanjagen en stimuleren van digitale vaardigheden en anderzijds het onderhouden van warme sociale contacten, door te bellen, een kaartje te sturen of nuttige informatie ook in ‘papieren vorm’ aan te reiken.”
Met de flyer in de hand kan een breed publiek zich deze en andere geleerde lessen snel eigen maken, verwacht De Graaff. “Daarom gaan we het ook breed verspreiden, onder alle mensen en partijen die zich samen met ouderen sterk maken voor welzijn en zorg voor ouderen.”
Martijn Beek wil in dat kader met name ook de gemeentebesturen erop aanspreken meer oog en oor te hebben voor het oudere deel van de lokale samenleving. “Als vertegenwoordiger van de VNG Utrecht in het NUZO roep ik mijn collega’s nadrukkelijk op om mij daarbij als aanspreekpunt te gebruiken. Als er vragen zijn of bepaalde dingen spelen: neem contact met me op zodat we kunnen zien hoe we het kunnen oppakken binnen het netwerk. Ook hoop ik ze zelf te mogen benaderen om signalen op te halen voor het NUZO.”
Iedere schakel even belangrijk
Rest de vraag of de toekomst er voor de ouderen ondanks alles rooskleurig uitziet. “Zeker”, antwoordt De Graaff. “We hebben altijd al gezegd dat medisch en sociaal beter met elkaar verbonden moet worden. De noodzaak daartoe heeft deze coronacrisis alleen maar onderstreept. COVID dwingt ons – ouderen en professionals – om met elkaar op zoek te gaan naar creatieve oplossingen. We zullen niet zozeer moeten kijken naar wat er allemaal niet kan, maar juist naar wat er nog wel mogelijk is. Waarbij we vooral ook breder moeten denken en kijken dan het eigen domein. Ik ben hoopvol gestemd daarover. We hebben in deze uitzonderlijke en nare situatie meer dan ooit kunnen ervaren hoe belangrijk het is om in de hele keten iedere schakel even belangrijk te laten zijn. Niet alles zelf opeisen maar wat er is eerlijk verdelen. Het is belangrijk voor de toekomst om dat vast te houden.”
- Klik hier voor de flyer over de geleerde lessen in pdf-formaat.