De actie is even uniek als veelzeggend. Wijk bij Duurstede stuurt het kabinet een factuur van 3,4 miljoen euro omdat ze geld tekort komt om alle wettelijk toebedeelde taken te kunnen uitvoeren. Het illustreert de boosheid en het gevoel van machteloosheid waar veel gemeenten volgens Anita Vlam, wethouder in Woudenberg en lid van de VNG-commissie Financiën mee kampen. “Het gebrek aan structureel perspectief op beter of meer begint ons allemaal op te breken.”

Samen met Willen-Jan Stegeman, wethouder van Amersfoort, vormt Anita Vlam de Utrechtse vertegenwoordiging in de VNG-commissie Financiën. Daar draait het eigenlijk al sinds de decentralisaties in het sociaal domein om het gegeven dat gemeenten onvoldoende middelen kregen om de extra taken te kunnen uitvoeren.
“Doordat gemeenten dichter bij de mensen staan, kunnen ze het ook beter organiseren en kunnen de uitgaven dus ook naar beneden. Dat was het idee erachter”, aldus Vlam. “In de praktijk komt het er echter op neer dat er veel te weinig geld beschikbaar is gesteld. Als gemeenten moeten we een wettelijke taak uitvoeren, maar de rekening die we moeten betalen wordt onvoldoende gecompenseerd.”
Om dat op te lossen moeten gemeenten andere potjes en hun reserves aanspreken. En dat stuit op steeds meer problemen. “Weliswaar heeft het rijk iets meer geld gegeven om de ergste nood te lenigen. Maar dat wordt gezien als een tijdelijke oplossing, die bovendien niet afdoende is. De tekorten zijn voor steeds meer gemeenten niet meer bij te passen.”
Woudenberg is daar een goed voorbeeld van. “We hebben al een behoorlijke bezuinigingsslag gemaakt en de efficiency van de gemeentelijke organisatie maximaal verhoogd. Maar we kampen nog steeds met een tekort van circa een miljoen euro, wat voor Woudenbergse begrippen echt een enorm bedrag is.”

In de verzetsstand
Het verklaart waarom zoveel gemeenten inmiddels in de verzetsstand staan. “Het is veelzeggend dat maar liefst 247 gemeenten deze zomer hebben gereageerd op de oproep van de VNG om een brief te sturen aan de minister om te laten zien hoe groot de tekorten op het sociaal domein zijn”, aldus Vlam.
Maar inmiddels beperkt het zich daar allang niet meer toe. Want ook op andere beleidsterreinen krijgen gemeenten inmiddels steeds meer taken toebedeeld, zonder dat daar voldoende middelen tegenover staan. Het ministerie van BZK buigt zich over een herijking van het Gemeentefonds, maar bij de VNG-commissie Financiën bestaat grote twijfel of dat voldoende is. “Met wat we als gemeenten uitgekeerd krijgen komen we nu al tekort. Dus dan kunnen we wat er is wel gaan herverdelen, maar daar schieten we niet veel mee op.”
Het lijkt er op alsof het rijk de klacht van de gemeenten niet serieus neemt. Vlam: “Terwijl de boosheid en machteloosheid toch echt groot is bij veel gemeenten. Met name ook omdat er geen structureel perspectief wordt geboden. We krijgen er incidenteel wat geld bij, zodat we net niet verzuipen. Maar er is geen zicht op een structurele, langjarige oplossing. Dat is lastig en bovendien ook moeilijk uit te leggen. Het rijk geeft aan de ene kant een enorme hoeveelheid geld uit aan de steunmaatregelen ter bestrijding van de coronacrisis en dwingt gemeenten aan de andere kant om keihard te snoeien in de uitgaven op een moment dat de lokale samenleving onze steun het hardst nodig heeft. Dat voelt heel contrair.”

Herijking gemeentefonds
Niet voor niets staat het thema al maanden bovenaan de agenda van de VNG-commissie Financiën. Ook en misschien wel met name bij de behandeling van de aanstaande herijking van het Gemeentefonds. “Zelf heb ik erg aangedrongen op compensatie voor de zogeheten uitschieter-gemeenten. Aan de ene kant krijgen we te maken met gemeenten die veel minder zullen krijgen en aan de andere kant krijgt een aantal gemeenten er opeens heel veel meer bij. Hoe gaan we daarmee om? Daar moeten we ook als commissie een uitspraak over doen.”
Inmiddels is besloten om de consultatieronde over de herijking uit te stellen. Het herijkte gemeentefonds laat namelijk nog een aantal uitschieters zien die niet direct verklaard kunnen worden. Deze worden nu nader onderzocht. Volgens Vlam blijft het desondanks zaak scherp te blijven. “Of er nu iets bijkomt of iets afgaat, de impact van de herijking op de gemeentelijke begrotingen zal groot zijn. We mogen ons daardoor niet laten verrassen.”

Kleinere gemeenten voor het voetlicht
Als lid van de commissie Financiën volgt Vlam de algemene lijn, maar de positie van de Utrechtse gemeenten komt in dat kader vanzelfsprekend ook aan de orde. “Informatie daarover van mijn collega’s is ook altijd welkom. Zij het dat de echte beleidskeuzes natuurlijk door anderen worden gemaakt. Het is veel meer een technische vertaling van die keuzes naar de effecten op de begroting en het lange termijn perspectief. Als wethouder Financiën ben je vaak de boodschapper, maar de oplossing zit doorgaans bij andere portefeuillehouders. Voor de VNG-commissie Financiën is dat feitelijk niet anders.”
Wel vraagt Vlam in haar bijdrage als commissielid regelmatig aandacht voor de positie van de kleinere gemeenten. “Ik heb mezelf ten doel gesteld de belangen van de kleinere gemeenten scherper voor het voetlicht te brengen. De grote steden hebben dezelfde problematiek, maar je praat wel over andere volumes en grootheden. Daar is het makkelijker om te schuiven met mensen en middelen dan bij een kleine gemeente. Als ik hoor dat de wethouder van Amsterdam 60 ambtenaren tijdelijk kan inzetten voor de uitvoering van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers, dan denk ik: met die 60 ambtenaren draaien we hier de hele gemeente op. Daar probeer ik in de commissie wat inzicht in te geven en begrip voor te krijgen.”

Coronacrisis
Het neemt niet weg dat zowel de grote als de kleine gemeenten als gevolg van de coronacrisis voor een behoorlijke opgave staan. “Onze inwoners en het bedrijfsleven staan onder grote druk. Hoe komen we met elkaar uit de crisis? Als gemeenten hebben we daarin een belangrijke verantwoordelijkheid. En kunnen we ook een deel van de oplossing bieden. Gelukkig steken de Utrechtse gemeenten er in vergelijking met andere provincies nog redelijk positief bij af. Maar we weten natuurlijk niet hoe lang het allemaal nog gaat duren. Dat we in een behoorlijke economische dip terecht gaan komen, lijkt onvermijdelijk.”
Toch gaat het humeur van Vlam daar niet onder gebukt. “De actualiteit biedt inderdaad weinig positieve berichten, maar het is zonder meer uitdagend om hiermee bezig te zijn. Als het allemaal appeltje eitje is, wordt het ook zo saai. Dit is waar je als wethouder echt iets kunt doen om inwoners en bedrijven erdoor heen te helpen. Het gaat wel ergens over. Dat maakt het inhoudelijk erg interessant. En vanzelfsprekend neem ik mijn ervaringen als wethouder weer mee in de VNG-commissie Financiën.” Met een knipoog: “Ook daar weten ze inmiddels wie Anita Vlam is.”

  • Klik hier voor meer informatie over de VNG-commissies.
Delen.

Reacties zijn uitgeschakeld.