Bij zijn aantreden als burgemeester van Stichtse Vecht voelde Ap Reinders een breed gedragen wens om politiek en bestuurlijk te komen tot rust en stabiliteit. “De raad wil werken aan de cultuur en het imago van Stichtse Vecht.” Nu, nog niet eens een jaar later, is het effect al merkbaar. “Er is een gedeeld verantwoordelijkheidsgevoel voor het gemeentebestuur van Stichtse Vecht. Men wil vooruit.”

Nee, het was niet bepaald een gespreid bedje, waar Ap Reinders begin februari 2020 als kersverse burgemeester in terecht kwam. Zo werd in december 2019, de maand waarin hij werd voorgedragen, GroenLinks nog uit de coalitie gezet.
Toch heeft die bestuurlijke complexiteit Reinders geen moment aan het twijfelen gebracht over de keuze voor Stichtse Vecht als gemeente om zijn carrière als burgemeester te beginnen. “Het heeft me niet afgeschrikt. Integendeel zelfs. Ik wist natuurlijk wel waar ik ja tegen had gezegd. Ik dacht eerder dat ik wellicht wat zou kunnen toevoegen, door te zorgen voor rust, continuïteit en stabiliteit in het bestuur. Omdat de raad en het college daar hetzelfde over dachten zijn we daar vervolgens mee aan de slag gegaan. Langzamerhand moeten we daarom zien los te komen van het idee dat er in Stichtse Vecht altijd wat gebeurt. Want dat is dus niet meer zo. Tijd om er een streep onder te zetten.”

Samenloop van omstandigheden
De vraag blijft hoe een econoom en internationaal opererend adviseur over economische vraagstukken, strategie, leiderschap en organisatieontwikkeling tot de keuze voor het openbaar bestuur komt. “Dat is een toevallige samenloop van omstandigheden geweest”, vertelt Reinders. “In de gemeente Haarlemmermeer, waar ik geboren en getogen ben, was op enig moment een vacature van de Rekenkamercommissie. Ik zag dat als een mooie manier om mijn kennis en ervaring in te kunnen zetten voor het algemeen belang. Dat heb ik zes jaar gedaan, naast mijn reguliere werk.”
Gaandeweg kwam Reinders erachter dat hij het openbaar bestuur toch wel heel erg leuk vond. Hij besloot politiek actief te worden en sloot zich aan bij een lokale partij, de Haarlemmermeerse Actieve Politiek (HAP). Na de verkiezingen van 2014 diende de mogelijkheid zich aan om wethouder te worden. “Daarmee kwam ik voor een t-splitsing te staan. Want ik realiseerde me dat ik daarmee mijn loopbaan een heel andere richting op zou sturen. Toch heb ik het gedaan. Het openbaar bestuur spreekt me namelijk heel erg aan. Vooral omdat je heel direct het verschil kunt maken voor mensen. Het is zichtbaar werken voor de samenleving.”
Als wethouder merkte Reinders dat met name het opereren vanuit een onafhankelijke rol hem op het lijf geschreven is. “Boven de partijen staan en werken aan verbinding: als burgemeester kun je dat als geen ander.” Toen de vacature in Stichtse Vecht zich aandiende aarzelde hij dan ook geen moment.

Impact corona op samenleving is enorm
Op 6 februari 2020 werd Reinders geïnstalleerd als burgemeester. Een maand later zat hij opeens midden in de coronacrisis. “Corona had en heeft nog steeds een enorme impact. Sociaal, maatschappelijk en economisch: iedereen in de samenleving is er wel op een of andere manier door geraakt. Ook ik. Wat mij echt ontnomen is, althans zo voelt het voor mij, is het ‘in persoon’ kennismaken met inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties.”
Reinders hoopt de draad wat dat betreft in de loop van dit jaar weer op te kunnen pakken. “Maar dat zal niet vanzelf gaan. De kunst is om straks, als iedereen gevaccineerd is, de samenleving weer terug naar normaal te brengen en met elkaar de schade te repareren. Want die is heel erg groot. Zeker voor ondernemers die nu gedwongen hun bedrijven gesloten moeten houden. Daar kun je als raad en college niet aan voorbij gaan. Dit thema staat hoog op ieders agenda. De betrokkenheid van ons allen is groot. Niet voor niets hebben we als gemeente besloten om met onze reserves een Coronafonds op te richten. Het is onmogelijk om iedereen voor alles te compenseren. Maar we kunnen wel proberen om de scherpe kanten eraf te halen.”

© Norbert Waalboer

Tien jaar Stichtse Vecht
Corona voorkwam ook dat er begin dit jaar uitgebreid kon worden stilgestaan bij het tienjarig bestaan van Stichtse Vecht. De gemeente ontstond immers op 1 januari 2011 uit een fusie van de gemeenten Breukelen, Maarssen en Loenen aan de Vecht. “Dat feest is niet in het water gevallen, maar wel uitgesteld”, erkent Reinders. “Nu moeten alle gemeenten scherp zijn op de financiën, dus groots en meeslepend zou het sowieso niet zijn geworden. Maar we laten het niet ongemerkt voorbij gaan. Ook al vanwege twee andere jubilea in Stichtse Vecht: 375 jaar Brooklyn-Breukelen en het 75-jarig bestaan van Business Universiteit Nyenrode. Daar gaan we dit jaar zeker nog stil bij staan.”
Tien jaar Stichtse Vecht hebben volgens de burgemeester geresulteerd in een “goede, sterke, middelgrote gemeente die regionaal meetelt. De schakel tussen Amsterdam en Utrecht, in inwoneraantal de vierde gemeente van de provincie: Stichtse Vecht doet er gewoon toe. Het is naar mijn mening dan ook een verstandige keuze geweest van de drie betrokken gemeenten om tot herindeling over te gaan. Zeker: de mensen identificeren zich misschien minder met de gemeente en veel meer met de eigen straat, buurt of kern. Dat is niet vreemd voor een meerkernige gemeente. Maar Stichtse Vecht is als gemeente wel degelijk meer dan de optelsom van 12 kernen en 17 buurtschappen.”
Een buitenstaander zou het feit dat Stichtse Vecht is ingeklemd tussen twee grote gemeenten wel eens als een nadeel kunnen uitleggen. De kans om gemangeld te worden is immers levensgroot. Reinders ziet dat anders. “Zoals voormalig minister Plasterk eens heeft gezegd: op wereldschaal is Eindhoven eigenlijk Amsterdam Zuid. We zijn een klein land. Wij als gemeente moeten onze positie vooral zien te verwerven in de regionale discussies. En het feit dat we in het noorden zijn verbonden met de metropoolregio Amsterdam en in het zuiden met Utrecht komt er in de praktijk op neer dat we gewoon twee hele sterke partners hebben.”

Internationale gemeentelijke belangen
Reinders heeft de internationale schaal voor op het netvlies staan. In september vorig jaar trad hij aan als lid en vicevoorzitter toe tot de VNG-commissie Europa en Internationaal. In die functie kan hij volop gebruik maken van zijn ruim 20-jarige ervaring als internationaal werkend adviseur in Europa, het Midden-Oosten – in het bijzonder Qatar en de Verenigde Arabische Emiraten – Noord-Amerika en Azië.
“Het is goed om hierbij onderscheid te maken tussen de Europese tak van die commissie en de internationale delegatie”, aldus Reinders. “De Europese tak heeft een aantal afvaardigingen naar bijvoorbeeld het Europees comité van de regio’s. Dat is een congres van lokale en regionale overheden, wat feitelijk neerkomt op een Europese inbedding van het lokaal bestuur. De internationale delegatie, waarvan burgemeester Rob Metz van Soest voorzitter is, richt zich onder meer op de bevordering van de internationale samenwerking en de acquisitie van bedrijvigheid. Economische samenwerking is internationaal heel erg van belang. We kunnen allemaal als individuele gemeenten proberen om bedrijven te acquireren of specifieke branches te verleiden naar Nederland te komen, maar dat gaat wel ten koste van de slagkracht. We kunnen daarentegen ook de krachten bundelen en tot een gezamenlijke strategie komen.”
Daarnaast richt de commissie zich op de realisatie van de sustainable development goals van de Verenigde Naties. “We zetten ons in om die doelstellingen in gemeentelijk beleid te verankeren ”, aldus Reinders. Tot slot is er aandacht voor internationale samenwerking van Nederlandse gemeenten met buitenlandse gemeenten. “Zo ben ik zelf toen ik nog wethouder in Haarlemmermeer was en lid van de commissie Europa en Internationaal al eens naar de Filippijnen gereisd om daar de evenknie van de VNG te ondersteunen.”
Overigens erkent Reinders dat internationale belangen op dit moment iets minder zwaar wegen. “Het is daarmee niet minder belangrijk maar zeker in het huidige tijdsgewricht ligt het belang meer bij hoe we als land uit deze crisis komen. En ook het sociaal domein en de gemeentefinanciën zijn voor veel gemeenten urgentere problemen dan de samenwerking met andere landen.

Krachten bundelen is belangrijk
In coronatijd staat daarom vooral de samenwerking met gemeenten in de provincie centraal. Reinders is daar zeer over te spreken. “We spreken elkaar regelmatig, en niet alleen in het kader van de Veiligheidsregio Utrecht. We trekken gezamenlijk op en er is veel respect en bereidheid elkaar te ondersteunen. De samenwerking is goed. Wat ook wel blijkt uit het Utrechts aanbod voor een groen, gezond en bereikbaar Nederland aan een volgend kabinet. Daarvoor moet je elkaar wel zien te vinden en eensgezind iets kunnen neerleggen. Dat dat is gelukt, schept vertrouwen. En het leidt hopelijk tot een resultaat, waar we allemaal belang bij hebben.”
In dat kader kan de VNG Utrecht zeker een rol spelen, denkt hij. “Het is heel belangrijk dat gemeenten ook op provinciaal en regionaal niveau de krachten bundelen. We kunnen het platform van de VNG Utrecht benutten om ons geluid te laten horen richting de landelijke VNG. En het is een ideale ontmoetingsplek voor bestuurders, om ervaringen uit te wisselen en kennis te delen maar ook om gezamenlijk lijnen te ontwikkelen naar de toekomst toe. Veel uitdagingen waar gemeenten voor staan vragen om een regionale aanpak. Dan is het ook belangrijk om regionaal goed georganiseerd te zijn.”
Zoals al eerder opgemerkt ligt voor Reinders juist bij dat ontmoeten een belangrijk pijnpunt van zijn eerste jaar burgemeesterschap. “Daar kijk ik dit jaar het meeste naar uit. Dat we als samenleving weer echt samen kunnen leven. Elkaar weer zonder beperkingen kunnen ontmoeten. Als bewoners, als ondernemers, als maatschappelijke organisaties én als collega-bestuurders van de Utrechtse gemeenten.”
De start van de vaccinatie markeert volgens hem het begin van de weg uit de coronacrisis. “Het is een kwestie van tijd dat de samenleving weer normaal zal functioneren. We blijven er door de enorme impact – sociaal en economisch – voorlopig nog wel de gevolgen van merken. Maar dat we op enig moment de draad weer kunnen oppakken, is zeker. We gaan elkaar weer ontmoeten. Geen twijfel over.”

Delen.

Reacties zijn uitgeschakeld.