Dik een jaar is Sjors Fröhlich nu burgemeester van Vijfheerenlanden. Met ‘dank’ aan de coronacrisis liep het allemaal heel anders dan verwacht. (*) Toch gaat het hem veel te ver om te stellen dat zijn droom daardoor in een nachtmerrie is veranderd. Integendeel: “Juist nu kun je als burgemeester veel betekenen voor de mensen. Dus die droom is echt wel uitgekomen.”

Het is wat ambivalent. Enerzijds het ondersteunen van inwoners en ondernemers en het bieden van troost aan hen die ziek zijn of dierbaren hebben verloren. Anderzijds de strakke handhaving van coronamaatregelen in de gemeente en het crisisoverleg met collega’s in de Veiligheidsregio. Twee kanten van de medaille waar Fröhlich net als alle andere burgemeesters in Nederland mee te maken heeft. “Het houdt je van de straat, zal ik dan maar zeggen.”

Toch heeft hij geen spijt van het besluit dat hij vorig jaar nam om te solliciteren op de burgemeesterspost van de nieuwe gemeente Vijfheerenlanden, waarvan Fröhlich zelf al inwoner was. “Feitelijk was ik al twee jaar bezig met de voorbereiding van deze sollicitatie. Door heel veel te lezen over het vak en de Gemeentewet, door praktijkstage te lopen in diverse gemeenten, door gesprekken te voeren met andere burgemeesters, de kabinetschef en de commissaris van de Koning. Eigenlijk heeft dat me alleen maar enthousiaster gemaakt voor het vak en toen de kans zich vorig jaar aandiende, dacht ik: ik ga het gewoon proberen. En toen ben ik het nog geworden ook.”

Overstap kwam als een verrassing

De ervaring die hij in zijn vorige leven als radiopresentator heeft opgedaan hebben hem daar zeker bij geholpen. “Communicatie heb ik altijd al leuk en ook erg belangrijk gevonden. In een crisis zoals die waar we nu inzitten is – naast de bestrijding ervan –  de communicatie met inwoners, bedrijven en gemeenteraad superbelangrijk. Daar komt bij dat ik nog steeds veel contacten in de media heb, zowel regionaal als landelijk. Die contacten heb ik gebruikt en gebruik ik nog steeds om Vijfheerenlanden zo goed mogelijk op de kaart te zetten.”

Juist het ontbreken van bestuurlijke ervaring maakte dat zijn benoeming hier en daar met enige scepsis werd ontvangen. Iets wat Fröhlich niet nalaat zo af en toe aan te stippen. Zo tweette hij laatst dat zijn vrouw keihard was gaan lachen, toen zij zich realiseerde dat de burgemeester bij haar aan tafel zat. “Ik neem mijn werk ongelofelijk serieus, maar mijzelf niet altijd”, verklaart hij zijn bericht. “En dat is een hele gezonde uitgangspositie. Ik kwam ook vanuit een ander hoek aanzeilen. Natuurlijk kijkt iedereen dan de kat uit de boom. De overstap was voor velen immers een grote verrassing. Maar ik heb me wel degelijk vanaf het eerste moment ongelofelijk welkom gevoeld, ook in de gemeentelijke organisatie. Ik heb absoluut niet het idee dat ik me door de scepsis heen heb moeten werken. Tegelijkertijd heb ik vanzelfsprekend geprobeerd mijn werk van meet af aan zo goed mogelijk te doen en te laten zien dat ik een serieuze bestuurder ben. Je moet niet gaan proberen te dollen en te sollen met mij. Die houding wordt gewaardeerd.”

Keuze voor Utrecht blijkt voordelig

Fröhlich trad op 14 november 2019 aan in een fusiegemeente, waar nog veel verzet was tegen het opgaan in de provincie Utrecht. “Dat kwam met name uit de hoek van Meerkerk, Ameide en ook wel Leerdam. Het fijne was dat ik, omdat ik al inwoner was, dat verzet wel kon begrijpen. Ik wist waar het vandaan kwam en kon het dus ook een plek geven. Juist omdat ik die gevoelens begrijp. Maar de beslissing is nu wel genomen. Tegen mensen die er nu nog steeds moeite mee hebben zeg ik: get over it. De discussie is gevoerd, we gaan nu kijken of we tot iets moois kunnen komen. En ik zie inmiddels dat het voor onze gemeente heel veel voordelen heeft om bij Utrecht te horen en niet bij Zuid-Holland.”

Mensen moeten niet vergeten dat in Zuid-Holland de ogen als vanzelfsprekend vooral gericht zijn op Den Haag, Rotterdam, Leiden en Delft. “Bovendien lagen wij geografisch toch een beetje in een uithoek. In de Utrechtse context is dat anders. Het is een kleinere provincie waarin wij tot een van de grotere gemeenten gerekend kunnen worden. In oppervlakte zijn we de grootste en ook met onze bijna 60.000 inwoners tellen we zeker mee. Dus we hebben in de provincie Utrecht een veel sterkere positie dan bijvoorbeeld Leerdam die had in Zuid-Holland vroeger. We zitten overal aan tafel en kunnen met iedereen op gelijk niveau meepraten over ruimtelijk beleid, woningbouw, duurzaamheid en energiebeleid en mobiliteit. De keuze voor Utrecht blijkt voor Vijfheerenlanden erg goed uit te pakken. Dus ik ben er achteraf heel blij mee.”

Burgemeesters krijgen geen inwerkperiode

Het waren sowieso bijzondere tijden bij aanvang van zijn burgemeesterschap, herinnert Fröhlich zich. “Hoewel ik me redelijk goed had voorbereid en dus wist wat er op me af zou komen, werd ik toch een beetje verrast door de intensiteit ervan. Vanaf het moment dat ik ben aangetreden was ik gewoon de burgemeester. Er was geen sprake van een inwerk- of gewenningsperiode. Niks daarvan. Vanaf dag 1 verwacht iedereen dat je de juiste beslissingen neemt, het college en de gemeenteraad voorzit en in gesprek gaat met het ambtelijk apparaat, de politie en de hulpdiensten. Je wordt gelijk in het diepe gegooid. En alles komt tegelijkertijd op je af. Dat is wel even wennen. Aan de andere kant heb ik in mijn eerdere werkzame leven nog nooit een negen tot vijf-functie gekend. Dus dan past dit ook wel weer bij me.”

Corona maakte het er niet bepaald eenvoudiger op. “Het virus veranderde het leven van iedereen. Dus ook van de burgemeester. Voordeel was wel dat geen enkele burgemeester een dergelijke crisissituatie had meegemaakt. Ik weet nog goed hoe er om vijf uur op de persconferentie van Mark Rutte werd verkondigd dat om zeven uur ’s avonds alles dicht moest zijn, en ik me afvroeg: hoe gaan we dit in vredesnaam regelen? Het mooie is dat je in zo’n situatie ziet dat de gemeentelijke organisatie het als vanzelfsprekend op zich neemt en het gewoon gaat doen. Dat was mooi om te zien.”

Maar verder kan burgemeester Fröhlich er weinig moois in herkennen. “Zoveel ellende, zoveel verdriet. En dan ook nog eens amper de mogelijkheid om met de mensen persoonlijk in contact te komen en te horen wat we voor elkaar kunnen betekenen. Daarvan hoop ik dat we daar weer snel toe in staat zullen zijn.”

Letterlijk en figuurlijk een gemeente bouwen

Ondertussen verloopt de vorming van gemeente Vijfheerenlanden volgens planning. “We liggen op schema. De eerste twee jaar van ons bestaan zou de nadruk vooral op harmoniseren komen te liggen. Die periode loopt eind dit jaar af. Er is heel veel werk in gaan zitten, maar het is al met al behoorlijk goed gegaan. We zijn nu letterlijk en figuurlijk de nieuwe gemeente aan het bouwen. Het ontwerp van een nieuw gemeentehuis ligt ook op schema. Voor de zomer van 2021 nemen we de beslissing waar het gemeentehuis komt te staan.”

Het is klein bier in vergelijking met de belangrijke issues waar Vijfheerenlanden mee te maken heeft. “Het bouwen voor onze inwoners bijvoorbeeld is een groot probleem. We hebben een aantal grote locaties in ontwikkeling genomen. Op de locatie Hoef en Haag bij Vianen zijn we een nieuw dorp aan het bouwen. En ook in Broekgraaf bij Leerdam zijn we aan de gang. Maar de vraag is vervolgens wel wat we nog in de dorpen kunnen doen. We willen wel dat de mensen die dat willen er ook kunnen blijven wonen. Dat is taaie materie, waarvan ik alleen maar kan hopen dat we er het komende jaar meters mee kunnen maken.”

Bestuurlijke samenwerking is cruciaal

Het is slechts een van de thema’s die het belang van bestuurlijke samenwerking onderstrepen. Fröhlich: “Samenwerking is niet alleen wenselijk maar ook noodzakelijk. Je kunt als gemeente in deze tijden niet meer zonder samenwerking: op het gebied van woningbouw, energie, duurzaamheid, mobiliteit. De doelen die wij ons hebben gesteld zijn alleen te realiseren als we samenwerken.”

De positionering van Vijfheerenlanden is soms nog wel wat lastig. “We merken bijvoorbeeld dat de rivier de Lek als een soort psychologische grens functioneert. Terwijl er, nu wij bij Utrecht horen, toch echt een groot deel van die provincie ten zuiden van de Lek is komen te liggen. Daar moeten we de mensen soms aan helpen herinneren. We krijgen nog wel eens een kaartje van de provincie toegestuurd, waar de grenzen van onze gemeente nog niet goed op staan. Zo’n kaart gaat dan weer terug, met het vriendelijke maar dringende verzoek om Vijfheerenlanden op de juiste wijze weer te geven. Overigens begrijp ik best dat het gebeurt, hoor. Want we zijn nog maar net bezig.”

Een extra complicerende factor is, dat de noodzaak tot samenwerking verder strekt dan de provinciegrenzen. “Vergeet niet dat we hier op een kruispunt liggen van Utrecht, Gelderland en Zuid-Holland. Veel kernen in onze gemeente zijn gericht op Gorinchem en Culemborg. We hebben met veel meer gemeenten en provincies te maken dan alleen de Utrechtse. En vergeet het rijksniveau niet. Door onze ligging op het snijvlak van de A2 met de A27 staat het verkeer, als het op de snelweg vast staat, ook hier vast. We moeten dus aan meerdere tafels de vinger op blijven steken en onszelf op de kaart blijven zetten.”

Besef ontbreekt dat we één overheid zijn

Het neemt niet weg dat de kwaliteit van de bestuurlijke samenwerking in het Utrechtse volgens Fröhlich ‘heel goed’ is. “We weten elkaar echt te vinden als dat nodig is. Ook met de grote steden verlopen de gesprekken naar wens. We moeten als grote, groene gemeente natuurlijk blijven oppassen. Voordat je het weet meent de stad Utrecht de perfecte locatie voor nieuwe windmolens te hebben gevonden. Maar tot op heden hebben we geen klagen. En ik heb hoge verwachtingen van de samenwerking met Sharon Dijksma als nieuwe burgemeester van Utrecht.”

Heel wat minder is hij te spreken over de samenwerking met het rijk. “We hebben er als gemeenten heel veel taken bij gekregen, terwijl er op het budget alleen maar wordt bezuinigd. Als voorzitter Jan van Zanen van de VNG dat aankaart wordt er weliswaar begripvol geknikt, maar gebeurt er verder niks, afgezien van wat incidentele maatregelen. Dan denk ik: kom op! We zouden veel meer als één overheid moeten optreden. Dat mis ik echt heel erg. Het wordt echt een beetje gênant voor de VNG om deze lobby te voeren. Het lijkt wel aan dovemans-oren gericht. Hopelijk gaat een volgend kabinet inzien dat dit zo niet meer kan en krijgen gemeenten eindelijk de erkenning die zij verdienen.”

Gastgemeente van Najaarscongres

Hoe vol de agenda van Vijfheerenlanden ook is, als gastgemeente heeft zij dit jaar toch ook nog een belangrijke bijdrage geleverd aan het Najaarscongres van de VNG Utrecht. “Het was helaas wel een ander evenement dan we hadden gehoopt. We zagen het als een middel om andere gemeenten uit te nodigen en ze wat meer van onze prachtige gemeente te laten zien. Corona dwong ons om het klein te houden. Hopelijk krijgen we snel de gelegenheid komt om onszelf nogmaals en dan beter te presenteren.”

Dat is meteen ook de hoop die Fröhlich heeft voor 2021. “Ik hoop dat we weer heel snel normaal met elkaar kunnen samenleven. Want ik merk het om mee heen: de vermoeidheid slaat echt toe. Mensen hebben er geen zin meer in. Maar het is nodig en noodzakelijk om nog even vol te houden. De huidige lockdown zullen we met elkaar moeten zien te doorstaan. Maar daardoor en dankzij de vaccinaties die eraan zitten te komen mogen we wel weer hopen dat we volgend jaar weer kunnen gaan bouwen aan onze gemeenschap. We zullen nog even geduld moeten hebben, maar ik heb er nu al enorm veel zin in.”

(*) Dit interview werd gehouden voordat het arrest van het gerechtshof Den Haag bekend werd over de schadevergoeding van bijna 90 miljoen euro die de gemeente moet betalen aan Gabo B.V. Dit onderwerp is daarom onbesproken gebleven. In 2021 komen we hierop terug.

Delen.

Reacties zijn uitgeschakeld.