Gemeentebesturen moeten meer oog en oor hebben voor het oudere deel van de lokale samenleving, vindt Martijn Beek, wethouder van Veenendaal en vertegenwoordiger van de VNG Utrecht in het Netwerk Utrecht Zorg voor Ouderen (NUZO). “Ik roep mijn collega’s nadrukkelijk op om mij daarbij als aanspreekpunt te gebruiken. Als er vragen zijn of bepaalde dingen spelen: neem contact met me op zodat we kunnen zien hoe we het kunnen oppakken binnen het netwerk. Ook hoop ik ze zelf te mogen benaderen om signalen op te halen voor het NUZO.”
Het Netwerk Utrecht Zorg voor Ouderen (NUZO) is een regionaal ouderennetwerk, dat opereert op het snijvlak van zorg, welzijn en wonen. Het NUZO richt zich op “het stimuleren en bevorderen van ouderenvriendelijke ontwikkelingen gericht op de eigen vraag en eigen regie van kwetsbare ouderen en hun mantelzorgers en de vitaal ouder wordende ouderen en hun netwerk in gemeenten en wijken in de brede Utrechtse regio”. De VNG Utrecht is een van de partners in het netwerk.
Uit de ervaringen van de partners in het netwerk blijkt dat de coronacrisis zeer negatieve effecten heeft op de kwaliteit van leven van ouderen. Het NUZO heeft dit vertaald in zeven thema’s of lessen waarvoor aandacht moet zijn in deze tijd. Dat varieert van het leveren van maatwerk en aandacht voor uitgestelde zorg en eenzaamheid onder ouderen tot inkoop en verdeling van schaarse middelen en het belang van een goede woon – en leefomgeving. De lessen zijn samengevat in een flyer, ter verspreiding onder een breed publiek van professionals en ouderen zelf.
Belangrijke rol voor gemeenten
Met name gemeenten hebben een belangrijke rol te vervullen, zo blijkt. Zij zouden met name oog moeten hebben voor en maatwerk kunnen bieden aan de 97 procent van de 70-plussers die nog thuis wonen, zo luidt een van de lessen. Omdat zij in coronatijd aan huis gekluisterd zijn, is de kwaliteit van de woning en de voorzieningen daaromheen nog belangrijker dan in het verleden al het geval was. Volgens Martijn Beek hebben gemeenten daar ook zeker oog voor.
“Ouderenhuisvesting staat hoog op de agenda. Waar en vooral ook wat gaan we bouwen voor ouderen. En hoe zorgen we dat in de prestatieafspraken met woningcorporaties ook levensbestendigheid wordt meegenomen? Daar wordt echt wel op voorgesorteerd. Mijn zorg is dus ook niet of er aandacht voor is, maar veel meer of we niet te ver doorschieten in het streven ouderen zo lang mogelijk zelfstandig te laten wonen. Want daar zijn ook risico’s aan verbonden. Daarom is het juist in coronatijd ook zo belangrijk om op zoek te gaan naar de vraag achter de vraag. Ouderen zeggen al snel: het gaat goed, ik mag niet klagen. Vaak zijn ze ook bang om aan projecten mee te doen, bijvoorbeeld vanwege het besmettingsrisico. Maar we merkten bijvoorbeeld bij wijkbezoeken dat, als je even bij de mensen langs ging, je zo een uur verder was en er in dat gesprek ook allerlei andere problemen op tafel kwamen.”
Verbinden is cruciaal
In een gezamenlijk interview met vngutrecht.nl over de lessen van corona geeft gezondheidswetenschapper Meta de Graaff, tevens coördinator van het NUZO aan dat in dat kader ook het verbinden van de professionele en de niet-professionele zorg belangrijk is.
“In het verleden zagen we soms gebeuren dat professionals afhoudend waren. Daar heeft het coronavirus verandering in gebracht. Het contact is er nu, dus laten we dat vooral vasthouden. Maar coördineer het wel: wat kan of moet de professional doen en wanneer kan of moet hij een stapje opzij doen om de vrijwilliger of mantelzorger ruim baan te geven. Denk altijd: wat heeft die ander nodig om de oudere van de beste zorg te kunnen voorzien. En spreek vooral ook waardering uit naar elkaar.”
Beek: “In contact blijven met elkaar, ervaringen uitwisselen en elkaar waarderen. Dat is enorm belangrijk. Niet in de laatste plaats omdat er nieuwe ideeën en initiatieven uit kunnen ontstaan.”
Mieke Klootwijk, lid van de ouderendelegatie en de NUZO Raad: “Ik hoop vurig dat we erin slagen om dat vast te houden. Om een open blik te houden, echt naar ouderen te kijken en te zien wat er echt nodig is. Dat zou de grote winst van deze ellendige periode zijn. Dat niet iedereen zich weer in zijn eigen rol en positie terugtrekt. Want dat ligt wel op de loer als de situatie weer normaal wordt. Alle betrokkenen moeten daar buitengewoon alert op zijn.”
Beek werpt zich daarbij nadrukkelijk op als eerste contactpersoon voor gemeentebestuurders. “Als vertegenwoordiger van de VNG Utrecht in het NUZO roep ik mijn collega’s nadrukkelijk op om mij daarbij als aanspreekpunt te gebruiken. Als er vragen zijn of bepaalde dingen spelen: neem contact met me op zodat we kunnen zien hoe we het kunnen oppakken binnen het netwerk. Ook hoop ik ze zelf te mogen benaderen om signalen op te halen voor het NUZO.”
- Klik hier voor het interview met Martijn Beek, Meta de Graaff en Mieke Klootwijk.
- Klik hier voor de geleerde lessen van de coronacrisis.