De VNG heeft behoorlijke bedenkingen bij de maatregelen die minister Van Engelshoven van OCW heeft aangekondigd ter ondersteuning van de door de coronacrisis getroffen culturele en creatieve sector.
Dat meldt de VNG in de nieuwste ledenbrief met een update over de coronacrisis. De minister van OCW wil €300 miljoen uittrekken voor de ondersteuning van de culturele en creatieve sector. Daarvan wil zij €30 miljoen investeren in een vitale regionale infrastructuur voor een beperkt aantal cruciale regionale musea, podia en filmtheaters. Uitgangspunt daarbij is dat de betrokken gemeenten en provincies ook een extra bijdrage leveren van eveneens €30 miljoen.
De VNG wijst erop dat de steunmaatregelen op slechts een beperkt aantal instellingen en gemeenten betrekking hebben. In eerder overleg is ook nimmer gesproken over de eis van cofinanciering. De vraag is hoe reëel die eis is gezien de fragiele financiële positie van gemeenten. Uitgangspunt voor de VNG is en blijft dat de gemeenten er niet op achteruit mogen gaan en dat zij snel weten waar ze aan toe zijn.
In de ledenbrief meldt de VNG verder dat de afspraken die zijn gemaakt met het ministerie van VWS over de continuïteit van de financiering van het sociaal domein (de Wmo en de Jeugdwet) inmiddels nader zijn uitgewerkt. Met de afspraken wordt getracht acute liquiditeitsproblemen te voorkomen en de gevolgen van de coronacrisis voor de financiële positie in 2020 van deze zorgaanbieders te neutraliseren.
Verruiming beperkende maatregelen
In zijn persconferentie van deze week gaf het kabinet aan dat wordt onderzocht hoe stapsgewijs de
huidige beperkende maatregelen kunnen worden verruimd. Enerzijds wordt daarbij specifiek
gekeken naar een aantal sectoren die nu op last van de noodverordening gesloten zijn, zoals
onderwijs, kinderopvang en contactberoepen. Anderzijds wordt breder bezien hoe ‘de 1,5-meter
samenleving’ voor allerlei sectoren kan worden ingericht.
De VNG is zowel bestuurlijk als ambtelijk aangesloten op dit onderzoek. “We brengen hierbij steeds het perspectief van gemeenten in, zowel vanuit de handhavingsopgaven als vanuit bredere maatschappelijke ontwikkelingen en effecten. We doen dit op basis van de vele signalen uit de gemeentelijke praktijk die wij dagelijks meekrijgen.”
Tot slot wil de VNG op korte termijn een bestuurlijke klankbordgroep inrichten die kan adviseren over de strategische aspecten van de ondersteuning van gemeenten. De vereniging hoopt hiermee signalen en opvattingen van gemeenten sneller op tafel te krijgen, zodat zij ook beter als een snel en effectief netwerk kan functioneren.