Vrijdag 15 november 2024 hield de VNG Utrecht in het Amersfoortse theater de Veerensmederij haar Najaarscongres. “KEI gelukkig” luidde de titel van de bijeenkomst, die met name draaide om de vraag wat gemeenten kunnen doen om het geluk van hun inwoners te bevorderen. Volgens spreker Ap Dijksterhuis is geluk niet een of ander vaag ideaal. “Geluk is iets waar je als bestuurder concreet aan kunt bijdragen.”

Het congres opende met een welkomstwoord van Lucas Bolsius, burgemeester van Amersfoort, de gemeente waar de leden van de VNG Utrecht deze keer te gast waren. Volgens Bolsius kan geluk soms heel dichtbij zijn, maar is tegelijkertijd ongeluk ook heel dichtbij. “We hebben op dat gebied te maken met een aantal vraagstukken die we niet meer als stad alleen kunnen oplossen. Die moeten we in een daily urban system zien op te lossen, dat groter is dan de gemeentegrenzen aangeven. En of je nou bestuurder van een kleine gemeente of een grote gemeente bent, we zullen ons allemaal op dat nieuwe niveau moeten heruitvinden.”

Maarten Divendal en Marcella van Esterik werden extra in het zonnetje gezet.

Algemene ledenvergadering

Het antwoord op de vraag hoe daar invulling aangegeven kan worden, kwam later aan de orde. Eerst was het woord aan voorzitter Maarten Divendal, tevens burgemeester van de Ronde Venen, die voor het laatst de Algemene Ledenvergadering van de VNG Utrecht leidde.
Voor het laatst, omdat hij een van de drie bestuursleden is, die hun vertrek hebben aangekondigd. Naast Divendal zelf zijn dat Marcella van Esterik (griffier Soest) en Lot van Hooijdonk (wethouder Utrecht). Voor twee van de drie vacatures worden tijdens de ALV al nieuwe kandidaten voorgedragen: Mark Röell, burgemeester van Baarn en Walter Hooghiemstra, raadsgriffier Utrechtse Heuvelrug.
Marcella van Esterik is precies 10 jaar en 1 dag bestuurslid geweest van de VNG Utrecht en werd daarom benoemd tot erebestuurslid. Vicevoorzitter Petra Doornenbal, burgemeester van Renswoude, zette vervolgens Maarten Divendal nog even in het zonnetje.
Tijdens de ALV gaven de leden tevens hun goedkeuring aan de begroting voor 2025. Een van de daarin aangekondigde maatregelen betreft de contributie. Deze blijft ook voor volgend jaar blijft op het zelfde niveau.

Namens Lopik nam wethouder Gerrit Spelt de prijs in ontvangst.

Lopik wint waarderingsprijs

Na de ALV werd voor het eerst de ‘Waarderingsprijs Utrechtse gemeenten 2024’ uitgereikt. Deze prijs is door het bestuur van de VNG Utrecht ingesteld voor een bijzondere actie of opmerkelijk bestuurlijk initiatief, dat kan dienen als voorbeeld of inspiratie voor andere gemeenten.

Vijf gemeenten waren genomineerd voor de Waarderingsprijs: Baarn, Bunnik, Lopik, Vijfheerenlanden en Zeist. De onderwerpen van de inzendingen liepen uiteen van de bouw van tijdelijke woningen, duurzame bedrijfsvoering van agrariërs en de inzet van gepensioneerden tot besturen met lef en weerbaar bestuur. Uiteindelijk heeft de onafhankelijke jury, bestaande uit oud-bestuursleden van de VNG Utrecht, de prijs toegekend aan de gemeente Lopik.

Nadya Aboyaakoub-Akkouh in gesprek met Maarten Divendal.

Aansluitend vond een gesprek plaats met diverse leden van het bestuur en de commissies en colleges van de landelijke VNG.

Mark Foekema, lid van de commissie Financiën, sprak onder andere over het ravijnjaar en de benarde financiele sitatie van veel gemeenten.

Nadya Aboyaakoub-Akkouh, lid van de commissie Participatie, Schuldhulpverlening en Integratie, vertelde over de zorgen die er mede door de budgettaire problemen op dat vlak leven.

 

Tanja ter Brake, cabaretier en stadsdichter.

Gemeenten als architecten van geluk

Na de pauze hield Tanja ter Brake, cabaretier en stadsdichter van de gemeente Amersfoort een interactieve sessie over ‘Geluk in de Provincie Utrecht’. De deelnemers werden eerst verdeeld over een kaart van de provincie, waar ze als bestuurder actief zijn. Daarna werd hen gevraagd daar te gaan staan waar ze voor het eerst geluk hebben ervaren. Waarmee treffend werd geillustreerd dat geluk zich niet aan gemeentegrenzen houdt.
Waarmee niet gezegd is dat gemeenten niets aan het geluk van hun inwoners kunnen bijdragen. integendeel, zo stelde hoogleraar sociale en cultuur psychologie en schrijver Ap Dijksterhuis, verbonden aan de Radboud Universiteit. Hij gaf in zijn bijdrage juist aan hoezeer sociale cohesie, vertrouwen en kleine dagelijkse keuzes het verschil kunnen maken. “Geluk,” zo benadrukte Dijksterhuis, “is geen vaag ideaal, maar iets waar je als bestuurder concreet aan kunt bijdragen.”

Het fundament: sociale cohesie
Sociale cohesie vormt volgens Dijksterhuis de kern van een gelukkige gemeenschap. Mensen die zich verbonden voelen met hun omgeving – of dat nu hun wijk, stad of een groter geheel is – ervaren meer geluk. Een opvallend voorbeeld dat hij aanhaalde, was een grootschalig religieus festival in India. Onderzoekers ontdekten dat deelnemers ondanks de spartaanse omstandigheden gelukkiger en gezonder terugkeerden. Dit komt doordat gedeelde ervaringen, vooral in een grotere gemeenschap, mensen een gevoel van betekenis en verbondenheid geven.
Ook steden kunnen dit principe benutten, stelt Dijksterhuis. Door evenementen te organiseren en tradities te koesteren, ontstaat een gevoel van trots en identificatie met de eigen gemeente. Zelfs kleine initiatieven, zoals een buurtfestival of lokale markt, kunnen hierin grote impact hebben.

Hoogleraar sociale en cultuur psychologie en schrijver Ap Dijksterhuis.

Kleine ontmoetingen, grote effecten
“Een praatje in de trein, een gesprek met de kassamedewerker: het zijn momenten die we onderschatten, maar die ons direct gelukkiger maken,” vertelde Dijksterhuis. Hij verwees naar onderzoek in Chicago, waar metroreizigers gelukkiger bleken na een kort gesprek met een medepassagier. Ook de aangesproken personen zelf voelden zich beter.
Gemeenten kunnen dit soort interacties bevorderen door buurten en openbare ruimtes zo in te richten dat ontmoeting vanzelfsprekend wordt. Denk aan bankjes in parken, gezellige pleinen en buurtcentra. Dijksterhuis: “We denken vaak dat mensen geen behoefte hebben aan contact, maar in werkelijkheid hunkeren we naar verbinding.”
Misschien blijkt vrijwilligerswerk daarom wel een krachtige bron van geluk. Dijksterhuis noemde als voorbeeld de gemeente Hof van Twente, waar een gemeentelijk vrijwilligersnetwerk honderden inwoners heeft betrokken. “Vrijwilligerswerk biedt niet alleen betekenis aan het leven van de vrijwilliger, maar versterkt ook de sociale structuur van een gemeenschap,” zei hij. Dit kan variëren van het helpen bij kleine juridische kwesties tot het bieden van een luisterend oor.

Vertrouwen als hoeksteen
Een essentiële voorwaarde voor geluk is vertrouwen, zowel in elkaar als in de instituties die ons dagelijks leven vormgeven. Dijksterhuis wees op onderzoek dat aantoonde dat vertrouwen in instituties sterk samenhangt met het geluksniveau in een land. Een opmerkelijke illustratie is een wereldwijd experiment waarbij gevonden portemonnees werden teruggebracht. Landen met een hoge mate van vertrouwen, zoals Zwitserland en Nederland, scoorden opvallend hoog.
Voor gemeenten betekent dit dat transparantie en toegankelijkheid cruciaal zijn. Bestuurders moeten niet alleen goed beleid maken, maar ook laten zien dat zij er voor hun inwoners zijn. Dit versterkt het vertrouwen en daarmee het welzijn van de gemeenschap.

Geluk is investeren in ervaringen
Een ander opmerkelijke bevinding is dat ervaringen meer lijken bij te dragen aan geluk dan materiële zaken. Spullen blijken snel hun glans te verliezen, terwijl herinneringen aan bijzondere ervaringen juist mooier worden. Gemeenten kunnen hier volgens Dijksterhuis op inspelen door te investeren in culturele activiteiten, recreatie en toegankelijk groen. Zulke investeringen blijven mensen bij en versterken hun band met de omgeving.

Geluk begint bij verbondenheid
Volgens Dijksterhuis hangt het welzijn van inwoners sterk samen met sociale verbindingen. Mensen die weten dat zij kunnen rekenen op vrienden of familie zijn gelukkiger, een gegeven dat wereldwijd de sterkste voorspeller van geluk blijkt te zijn.
Voor gemeenten betekent dit dat zij moeten investeren in een gevoel van samenhang, bijvoorbeeld door ontmoetingen te faciliteren en vrijwilligerswerk te stimuleren.
“Geluk,” concludeerde Dijksterhuis, “is geen abstract begrip. Het zit in vertrouwen, verbinding en de kleine keuzes die we maken. Als gemeenten zich hierop richten, bouwen ze niet alleen aan gelukkige individuen, maar aan een gelukkige samenleving.”

Het ochtendprogramma van het Najaarscongres werd besloten met een ‘wrap up’ van Tanja ter Brake, die wat haar is opgevallen tijdens het congres in het gedicht ‘Geluk’ wist te vatten.

Delen.

Reacties zijn uitgeschakeld.