Toon 3 van 3

Ingewikkeld spel

Na de pauze kregen de deelnemers aan het Voorjaarscongres de gelegenheid om de theorie in praktijk te brengen. Daartoe verplaatste het gezelschap zich naar het Calypso theater in Wijk bij Duurstede.
Hier liet De Bruijn de acteurs Roos Drenth, Susannah Elmecky en Arjan Kindermans diverse situaties spelen, waarbij de zaal telkens werd opgeroepen om met frames te komen die de acteurs zouden kunnen helpen de angel uit de geschetste gevoelige situatie te halen. Vervolgens werden de voorgestelde frames door de acteurs gebruikt en kon direct worden ervaren of het gekozen frame wel of niet succesvol was.
Zo werd een minister tegenover een vluchteling gezet, die moest worden uitgewezen omdat het land van herkomst weer veilig bevonden was. Een burgemeester kwam te zitten tegenover een bezorgde buurtbewoner, die ageerde tegen de komst van een pedofiel naar de kroostrijke wijk. En er werd ingegaan op het verbod van een voetbalwedstrijd vanwege de angst voor rellen.
De soms hilarische voorbeelden toonden aan dat het nog niet zo eenvoudig is om succesvol te framen en te reframen. Maar het is een uitermate belangrijk spel dat iedere bestuurder zich wel degelijk eigen moet maken, vindt De Bruijn. Ook al wordt er van alles van gevonden en zien sommigen het als moreel verwerpelijk. “Wij framen allemaal om onze boodschap voor het voetlicht te krijgen. Dat is niet alleen noodzaak maar zit in ons dna. Vergeet dus dat hele vraagstuk over de moraliteit van framing. Want iedereen framet.”

Beperkt zicht op de werkelijkheid

De kanttekening bij het verhaal van De Bruijn werd in een afsluitende column geplaatst door Sjoerd de Jong, journalist en publicist, en thans werkzaam als ombudsman bij NRC Handelsblad. “De werkelijkheid komt er wel erg bekaaid vanaf.”
De Jong is sceptisch over het fenomeen framing, zo erkende hij. “Want in feite komt het erop neer je verhaal neer te zetten ten koste van de ander. Framing is geen retoriek bedrijven maar macht uitoefenen. En we komen het inmiddels overal tegen. Je kunt geen krant meer openslaan of allerlei frames proberen zich naar de voorgrond te drukken. De vraag is of dat wel zo goed is voor de kwaliteit van het publieke debat.”
Een voorbeeld is het nieuws over de massale aanrandingen in Keulen. “Toen het NRC daar op zijn website over berichtte, was het daderprofiel nog niet bekend. Dat leidde meteen tot reacties: waarom staat er niet bij dat het Arabieren zijn? Zelfs de lezers waren toen aan het reframen.”
In Den Haag zijn de politici inmiddels zo getraind in het framen en reframen dat ze amper de krant nog halen met meer dan een frame. “Een groot achtergrondinterview is onmogelijk meer te houden, omdat er altijd een bepaalde boodschap moet worden overgedragen. Op die manier kan framing leiden tot hyperregie op wat de krant mag halen en de lezer kan bereiken.”
En dat beperkt het zicht op de werkelijkheid, benadrukte De Jong. “Een frame is goed omdat het focus aanbrengt, zo is het argument. Maar dat doen oogkleppen ook. Je kunt het dus zowel positief als negatief opvatten. Voor journalisten is framing hoe dan ook een probleem. Journalistiek staat namelijk voor waarheidsvinding en vereist een onbelemmerd zicht op de werkelijkheid. De werkelijkheid is voor mijn beroepsgroep het allerbelangrijkst. Dat verklaart waarom ik aan framing toch een wat knagend gevoel overhoud.”

  • Klik hier voor het eerder door vngutrecht.nl gehouden interview met Hans de Bruijn
Toon 3 van 3
Delen.

Reacties zijn uitgeschakeld.