Europese besluitvorming is ook voor gemeenten van cruciaal belang. De VNG-commissie Europa en Internationaal houdt daarom in Brussel de vinger nauw aan de pols. Wethouder Marieke Schouten van Nieuwegein neemt zitting in die commissie en is daarnaast lid van het Europese Comité van de regio’s. Tijdens de Voorjaarsbijeenkomst van de VNG Utrecht vertelde ze er meer over.

Natuurlijk acteert ‘Europa’ op een heel ander schaalniveau dan gemeenten. Maar er zijn nu eenmaal ook opgaven die niet op lokaal niveau zijn op te lossen: op het gebied van energie, schone lucht, waterkwaliteit, PFAS, et cetera. Maar ook dan kunnen gemeenten volgens Marieke Schouten nog steeds een belangrijke bijdrage leveren aan de discussie over wet- en regelgeving.
Dat gebeurt via het Comité van de regio’s. Dit instituut heeft een adviserende rol richting de Europese Commissie en het Europees parlement. “We behartigen daar niet alleen de gemeentelijke belangen maar brengen ook onze kennis en praktijkervaring in. Vergeet niet dat circa 70% van alle Europese wetgeving uiteindelijk op gemeentelijk niveau concreet wordt uitgevoerd. In die zin is de input van gemeenten meer dan relevant.”
Vanzelfsprekend kan Schouten daarvoor terugvallen op haar ervaringen als wethouder in Nieuwegein. “Ik maak onderdeel uit van de Nederlandse vertegenwoordiging. Dus ik zit er niet namens de gemeente Nieuwegein. Maar de kennis die ik opdoe in Nieuwegein of door samen te werken met andere gemeenten in deze regio, helpt me wel enorm. Temeer omdat we hier als overheden, in verhouding tot andere landen, heel goed samenwerken met elkaar.”

Vervuiling terug naar nul
Schouten richt zich in Europees verband met name op de thema’s energie en klimaat. “Alleen daar ligt al een enorme opgave. Zeker omdat we met zovelen zijn. In het Comité van de regio’s zijn bijvoorbeeld alle regio’s van de Europese lidstaten vertegenwoordigd, wat betekent dat we met een groep van 326 mensen tot een eensluidend advies moeten komen. Het is een intensief en complex proces.”
Reden waarom Schouten ook in het Zero Pollution Stakeholders Platform zitting neemt. “Op zich is de doelstelling duidelijk: in 2050 willen we de vervuiling van bodem, lucht en water tot nul hebben gereduceerd. In het platform werken we samen om die doelstelling te realiseren en de mogelijke problemen die zich daarbij voordoen te adresseren.”
Het resulteerde uiteindelijk in het EU-actieplan ‘Verontreiniging van lucht, water en bodem naar nul’, dat in 2021 werd gepresenteerd en uiteindelijk door het Comité werd aangereikt aan de Europese Commissie. “Het schrijven van zo’n advies heeft me erg geholpen bij het doorgronden van de Europese bestuurlijke en ambtelijke omgeving. Het is me nu pas duidelijk hoe ongelofelijk veel kennis er in Brussel aanwezig is. Daar was ik soms zwaar van onder de indruk.”
In het algemeen heeft Schouten ervaren dat er veel deskundigheid is. “Ook bij de Europese onderzoeksinstituten is veel kennis en informatie aanwezig. En ze zijn bepaald vrijgevig in het delen ervan. Ook vanuit die optiek heeft het dus zin om erbij aangesloten te zijn en te blijven. Want er is veel te halen in Europa.”

 

Marieke Schouten in gesprek met EU-commissaris Virginijus Sinkevicius van milieu tijdens het Schone Lucht congres in Rotterdam.

Meer input gevraagd
Het draait dus zeker niet alleen om het verkrijgen van Europese subsidies. Schouten: “Ik begrijp dat dat het eerste is wat bij veel mensen opkomt als ze aan de Europese Unie denken. Maar het is natuurlijk veel meer dan dat.” Mede daarom zou Schouten baat hebben bij meer input vanuit de gemeentebestuurders in het Utrechtse. “We ontmoeten elkaar vaak en delen al best veel. Maar het gebeurt niet structureel en lang niet altijd op de thema’s waarvoor ik in Europa actief ben. Het kan altijd beter.”
Input is met name ook gewenst als het gaat om de verschillen tussen kleinere en grotere gemeenten in de discussie rond het thema milieu. “De Europese wet- en regelgeving op dat gebied vraagt best veel van de capaciteit van gemeenten, terwijl die toch al zoveel op hun bord hebben liggen. Daar moeten we goed rekening mee houden. Ik wil graag horen hoe dat in de gemeentelijke praktijk uitpakt.”
Schouten kan niet zo goed tegen de opmerking ‘dat het van Brussel moet’. “Want het is beleid dat mede door Nederland en dus door de Tweede Kamer is bepaald. Dat zijn de kaders waarbinnen Brussel opereert. Daar ligt de democratische legitimiteit van alle besluiten die op Europees niveau worden genomen. De duurzaamheidsdoelstelling voor 2050 zijn breed gedragen doelstellingen die iedereen kan omarmen. Want uiteindelijk leidt het tot een schonere, leefbare wereld.”

 

Tempo versus capaciteit
Twijfels over het tempo deelt Schouten dan weer wel. “Vertragen is niet aan de orde, maar we moeten, als er nieuwe wetgeving of nieuwe regels komen, wel heel goed bekijken hoe dat zich verhoudt tot andere, nationale wetgeving. Ook de vraag of er wel voldoende capaciteit beschikbaar is om het uit te voeren is een aandachtspunt. Op dat gebied is er altijd strijd gaande, ook bij mezelf, tussen wat je wilt dat er gebeurt en wat er feitelijk mogelijk is.”
Ook daar speelt het verschil tussen grote en kleine of middelgrote gemeenten in de lidstaten. “Bijvoorbeeld als het gaat over zuivering van afvalwater. Dan heb je andere maatregelen nodig in een hoog stedelijk, dichtbevolkt gebied dan in een landelijk gebied met weinig aansluitingen en een ander systeem. Met dat soort zaken heb je rekening te houden.”
De Utrechtse gedeputeerde Mirjam Sterk maakt net als Schouten deel uit van het Comité van de Regio’s. De wethouder ziet in dat verband kansen om in de toekomst gezamenlijk op te trekken en issues vanuit de provincie Utrecht samen met gemeenten te agenderen. “Dat zouden we nog wel wat beter kunnen doen. Bijvoorbeeld naar analogie van het manifest van de Utrechtse gemeenten een Europees manifest van de Utrechtse regio.”

Gemeenten doen ertoe
Schouten wilde op de Voorjaarsbijeenkomst vooral uitdragen dat, net zo goed als ‘Brussel’ er voor gemeenten toe doet, gemeenten er ook voor ‘Brussel’ toedoen. “Neem het wonen. Dat is voor gemeenten een uitermate belangrijk onderwerp, waar we het in Europees verband eigenlijk zelden over hebben. Terwijl het in sommige lidstaten zelfs een ernstiger probleem is dan bij ons. Maar ook de arbeidsmarkt is een hele belangrijke, met name in relatie tot arbeidsmigratie. Daar kan de input van gemeenten een belangrijke bijdrage leveren aan de discussie. Maak dus gebruik van de kanalen die er zijn en de mensen die jou vertegenwoordigen. Doe er je voordeel mee.”
Schouten stelt zich in dat opzicht open voor nader contact. Mede ook in het licht van de vele desinformatie en het nepnieuws dat over Europa de wereld in wordt gestuurd. Zeker ook in de aanloop naar de Europese verkiezingen. “Dat is inmiddels een vrije schokkende hoeveelheid. En we mogen niet onderschatten hoe subtiel daarmee wordt geprobeerd om de discussie op veel terreinen te beïnvloeden.”
Als er dus twijfel is over berichtgeving uit Brussel kan er altijd met Schouten contact opgenomen worden. “Eén op één informatie rechtstreeks uit de bron overdragen kan helpen om de zaken duidelijk te krijgen. Als ik daar vanuit mijn Europese rol een bijdrage aan kan leveren, is dat pure winst.”

Delen.

Reacties zijn uitgeschakeld.