De Utrechtse gemeenten zouden meer gebruik kunnen maken van hun vertegenwoordigers in de landelijke VNG-commissies om hun belangen in Den Haag beter over het voetlicht te krijgen. “Onbekend maakt onbemind”, aldus Cees van Eijk, wethouder van Amersfoort en bestuurslid van de VNG Utrecht.

Zelf maakt Cees van Eijk deel uit van de Commissie Participatie, Schuldhulpverlening en Integratie van de landelijke VNG. Maar ook anderszins is hij zeer actief binnen de vereniging. En Van Eijk is zeker niet de enige in deze regio. “In vrijwel iedere VNG-commissie hebben de Utrechtse gemeenten wel een vertegenwoordiger. Het zou mooi zijn als de VNG Utrecht erin zou slagen daar de komende jaren meer gebruik van te maken. Zo kunnen we onze regionale belangen in de Haagse carrousel van de VNG meer een plek geven dan nu het geval is.”

Cees van Eijk

Als vanzelf in openbaar bestuur gerold

Door zijn jarenlange ervaring in het openbaar bestuur kent Van Eijk het klappen van de zweep in het openbaar bestuur. Hij is namelijk al van jongs af aan politiek actief. “Eigenlijk ben ik er als vanzelf ingerold. Want hoe gaat dat: als jongere ben je politiek geïnteresseerd en sluit je je aan bij een partij. Je verricht steeds meer werkzaamheden  voor de partij, ook bestuurlijk, en op enig moment word je  achtereenvolgens raadslid en wethouder, nu in het mooie Amersfoort.”

Die politieke interesse ontstond uit onvrede met de problemen in de wereld: “De Derde Wereld versus de Eerste Wereld, het milieu, de bio-industrie. Vraagstukken, die nu nog steeds leven en  mij indertijd ertoe brachten om me aan te sluiten bij de PPR. Want die partij bleek het meeste op mijn lijn te zitten.”

Met de jaren bleek dat Van Eijk het openbaar bestuur eigenlijk niet kon loslaten. “Het lokale krachtspel spreekt me aan. Je loopt door de stad, spreekt met de mensen, ziet wat er gebeurt en hoe dat kan worden beïnvloed. En als je dat eenmaal weet, smaakt het naar steeds meer. Zeker omdat je op lokaal niveau  zoveel veel kan betekenen voor inwoners. Hoewel je die eigen rol natuurlijk altijd moet blijven relativeren.”

Coalities smeden

Als bestuurder typeert Van Eijk zichzelf als verbinder. “Mijn bestuursstijl is niet die van politiek leider of visionair. Ik probeer vooral partijen op een probleem of uitdaging te mobiliseren, coalities te smeden en partijen tot een gemeenschappelijke visie en gezamenlijke stappen te bewegen. Dat past bij mijn aard.”

Het is voor een deel de reden waarom hij tot het bestuur van de VNG Utrecht toetrad. “Bij de verdeling van de portefeuilles vond het college van Amersfoort dat ‘regionale samenwerking’ thuis hoort bij een verbinder. Zo ben ik naar voren geschoven als geschikt voor deze portefeuille. De logische stap die daarop volgde was mijn toetreding tot het bestuur van de VNG Utrecht.”

Informatie, inspiratie en interactie: het zijn de drie pijlers waar de vereniging op rust en die Van Eijk ook aanspreken. “De VNG Utrecht beschikt over een groot netwerk, waarbinnen bestuurlijk Utrecht elkaar weet te vinden, geïnspireerd wordt en goede informatie vindt. Het aardige van dat netwerk is dat de verschillende bestuurlijke niveaus er allemaal in vertegenwoordigd zijn: raadsleden, wethouders, burgemeesters, griffiers en gemeentesecretarissen: die mix van vijf lagen vind je eigenlijk nergens. Bovendien weten we de grote en kleine  gemeenten in de provincie met elkaar te verbinden. Ook die combinatie vindt je vrijwel nergens.”

Goede relatie met provincie

Daar komt bij dat de VNG Utrecht een goede relatie onderhoudt met de provincie Utrecht. “We zijn in staat om een stevig geluid namens de 26 Utrechtse gemeenten te laten horen. Dat is zeer waardevol. Kijk bijvoorbeeld naar de wijze waarop ons manifest in het nieuwe provinciale coalitieakkoord is meegenomen. Wat mij betreft maken we daar in de toekomst nog veel meer gebruik van.”

De VNG Utrecht heeft een goede relatie met het provinciebestuur.

Niet om bij andere regionale en provinciale samenwerkingsverbanden in het vaarwater te zitten. “Voor het overgrote merendeel zijn deze zeer inhoudelijke en thematisch gericht. Als VNG Utrecht zijn wij in andere gremia actief, en kunnen we dus ook veel meer op het vlak van informatievoorziening en kennisuitwisseling een rol spelen. De VNG Utrecht is in staat boven specifieke thema’s uit te stijgen en mensen juist in verbinding te brengen met elkaar. We gaan geen zaken overdoen die in ander verband al zijn of worden opgepakt.”

Voor raadsleden valt veel te halen

De VNG Utrecht is een echte netwerkorganisatie, vindt Van Eijk. “Wel vind ik dat de positie van raadsleden nog wat onderbelicht is. In ons bestuur is wel een aantal raadsleden actief, maar ik zou hopen dat ook de activiteiten die wij organiseren veel meer worden bezocht door raadsleden.”

Want niet alleen de Voor- en Najaarscongressen, ook de kleinere bijeenkomsten, die vaak in samenwerking met de VNG of regionale kennisorganisaties worden georganiseerd hebben volgens hem veel te bieden. “Het aantal raadsleden dat daarop afkomt blijft achter bij onze verwachtingen. Men richt zich toch vaak op de landelijke VNG, waardoor het voor de provinciale afdelingen lastiger wordt om zich te onderscheiden. Het onderstreept de noodzaak om het netwerk en aanbod vanuit VNG Utrecht nog meer onder de aandacht te brengen.”

Delen.

Reacties zijn uitgeschakeld.