Toon 1 van 2

De Staat van Utrecht biedt gemeenten een schat aan informatie over hun prestaties op een groot aantal beleidsterreinen. Er is echter één probleem, aldus Joris Hogenboom, directeur van Natuur- en Milieufederatie Utrecht. “Veel Utrechtse gemeenten realiseren zich nog nauwelijks wat de Staat van Utrecht allemaal voor ze kan betekenen. Daarin willen we de komende tijd verandering brengen.”

De Staat van Utrecht wordt eens in de twee jaar ontwikkeld door het Netwerk Utrecht2040, de provincie Utrecht, de gemeenten Utrecht en Amersfoort en Natuur- en Milieufederatie Utrecht (NMU). De rapportage geeft, uitgedrukt in meer dan 100 indicatoren, de actuele kwaliteit weer van de woon, werk- en leefomgeving in de provincie Utrecht. Daarbij is een onderverdeling gemaakt in de drie pijlers: sociale leefomgeving, fysieke leefomgeving en economie.

Maandag 15 december 2014 werd de derde editie gepresenteerd, in maart 2017 is de presentatie van de volgende uitgave gepland. Bij de productie van en communicatie over die vierde editie wil NMU met name ook de Utrechtse gemeenten nauw betrekken. Directeur Joris Hogenboom: “Doe mee en sluit je aan, zou mijn oproep aan de gemeenten zijn. Want hoe eerder en hoe meer zij bij de productie ervan betrokken zijn, des te meer kan de informatie die de Staat van Utrecht uiteindelijk te bieden zal hebben op hun wensen en behoeften worden afgestemd. Als gemeenten mee doen, kunnen ze namelijk sturen op de onderwerpen die voor hun het meest relevant zijn. Daardoor kan er een publicatie tot stand komen waar ze nog meer aan hebben dan nu al het geval is.”

Kansen blijven liggen

Want dat is de volgende boodschap aan het adres van de gemeenten. “Maak gebruik van de informatie die de Staat van Utrecht te bieden heeft. Veel gemeenten hebben nog amper door wat ze allemaal met deze publicatie kunnen doen. En daardoor blijven kansen liggen. De informatie die wordt geboden geeft gemeenten namelijk niet alleen inzicht in de wijze waarop ze presteren op een groot aantal beleidsterreinen. Maar zij biedt gemeenten ook de mogelijkheid om de eigen prestaties af te zetten tegen die van andere gemeenten. In feite wordt ze een gratis benchmark in de schoot geworpen.”

Dat dit tot op heden onvoldoende is onderkend, ligt onder andere aan de wijze waarop de informatie wordt aangeboden, erkent Jeannine van Bree. Zij is namens NMU projectleider voor de productie van en communicatie over de Staat van Utrecht. “Het is complex en het is veel. Daardoor is het niet zo makkelijk om de relevante informatie eruit te halen. Je moet er echt induiken en je erin verdiepen. Dat is dus ook een opgave voor de volgende editie. We moeten ervoor zorgen dat de informatie makkelijker ontsloten kan worden.”

Daarbij is de input en betrokkenheid van gemeenten al even gewenst. “Als gemeenten met ons meelopen, kunnen ze op het gebied van de inhoud maar ook wat betreft vorm en presentatie input leveren. Zelf denken we aan een online omgeving, vergelijkbaar met die van CBS Statline, waar je alleen maar op je gemeente hoeft te klikken om direct alle relevante informatie op het beeldscherm te krijgen. We hopen dat daardoor die benchmark er veel makkelijk is uit te halen, en op ieder gewenst moment real time data uit het systeem te trekken zijn. De informatie moet vervolgens ook op smartphone en iPad goed zijn af te lezen, zodat je bijvoorbeeld tijdens een raadsbijeenkomst direct de gewenste data kunt oproepen en bij het debat kunt betrekken.”

Toon 1 van 2
Delen.

Reacties zijn uitgeschakeld.