Toon 2 van 2

GS tijdens het Voorjaarscongres

Aangesloten blijven

Pennarts realiseert zich terdege dat samenwerken met de provincie soms een opgave zal zijn. “Het is aan de wethouder om zijn eigen raad en de lokale bevolking aangesloten te houden. Terwijl wij als provincie vooral naar het bovenlokale belang kijken. Zo heeft iedereen zijn eigen scope en verantwoordelijkheid. De kunst is om in verbinding te blijven en met elkaar het gesprek aan te gaan. Soms moet je lokaal wel eens een stapje anders zetten om bovenlokaal iets voor elkaar te krijgen. En soms kun je bovenlokaal wel wat vinden maar moet je oog hebben voor wat er op lokaal niveau speelt. Het werkt beide kanten op.”

Dat gemeenten, bijvoorbeeld vanwege hun benarde financiële situatie of uit vrees voor lokaal rumoer, wel eens voor het eigenbelang willen gaan, begrijpt zij op zichzelf best. “Maar soms moet je op korte termijn moeilijke beslissingen nemen om op de lange termijn de vruchten ervan te kunnen plukken. Wij vragen de Utrechtse gemeenten daarom ook een lange termijn visie te ontwikkelen. Dat helpt bij het ontwikkelen van een gezamenlijke doelstelling.”

Begrip voor gemeenten

Het duidt op begrip voor gemeenten bij het huidige provinciebestuur. En dat is ook logisch, aldus Pennarts. “We hebben allemaal een gemeentelijke achtergrond. Dat scheelt enorm. Ik ben de enige gedeputeerde die geen wethouder is geweest, maar ik heb wel in de raad gezeten en ben ook fractievoorzitter geweest. Het besef en het inzicht in wat er bij gemeenten speelt, is groot bij ons. En dat maakt samenwerken wel zo plezierig.”

Waarmee niet is gezegd dat de provincie nooit op haar strepen zal staan en een maatregel zal afdwingen. “Natuurlijk is het soms een kwestie van even diep ademhalen en vervolgens toch doen. Je hebt er niets aan om vervelende beslissingen uit te stellen als ze uiteindelijk toch genomen moeten worden. Maar omdat je met elkaar in gesprek blijft is dat ook mogelijk. Bovendien ben je staat om, naast wat er niet mag, ook op tafel te leggen wat er allemaal wel mogelijk is en welke alternatieven er zijn.  We kunnen elkaar niet negeren of in de kou laten staan. Maar je kunt net zo min altijd de kool en geit sparen. Dat besef is er ook bij de gemeenten. En we kunnen elkaar echt wel eens een poosje niet aardig vinden. Maar uiteindelijk vinden we elkaar altijd weer. “

Handen en voeten

De gemeenten hebben volgens Pennarts erg positief op het coalitieakkoord gereageerd. “Maar eigenlijk begint het nu pas”, benadrukt de gedeputeerde. “Want het kan niet zo zijn dat we het mooi hebben opgeschreven en het stuk vervolgens onderin de la belandt. We geven het op allerlei manieren handen en voeten.”

Daarbij wordt nadrukkelijk ook een beroep gedaan op de VNG afdeling Utrecht. “Wij zien de VNG afdeling Utrecht als een belangrijke representant van de Utrechtse gemeenten. Daarom hebben we ook heel snel kennisgemaakt met elkaar en ontmoeten de besturen elkaar ook een aantal keren per jaar. Als portefeuillehouder namens de provincie probeer ik ook altijd bij de ledenvergaderingen aanwezig te zijn, zoals recent op het Najaarscongres.”

De VNG afdeling Utrecht kan volgens Pennarts vooral een bijdrage leveren in de discussie over de toekomst van de provincie. “We zijn een kansrijke regio, waarmee het economisch voor de wind gaat. De vraag is hoe we het voor elkaar krijgen om dat over twintig jaar nog steeds te zijn. Hoe zou de provincie eruit moeten zien in 2035? Dat vraagstuk  vereist eigenlijk permanent overleg met de gemeenten.  Het is niet meer dan logisch om daarvoor ook een beroep te doen op de VNG afdeling Utrecht.”

  • Klik hier voor de persoonlijke pagina van Mariëtte Pennarts op de website van de provincie Utrecht.
  • Klik hier voor het coalitieakkoord In Verbinding!
Toon 2 van 2
Delen.

Reacties zijn uitgeschakeld.