Op de zeepkist
Voor en na de pauze werd in twee rondes ‘op de zeepkist’ de praktijk van het verbinden met de lokale bevolking nader toegelicht. Onder leiding van Elisabeth van den Hoogen werd vervolgens plenair op de diverse bijdragen gereageerd.
Frits Naafs, burgemeester van Utrechtse Heuvelrug, vertelde onder andere over het experiment om 100 willekeurige inwoners van zijn gemeente uit te nodigen om te komen meepraten over het veiligheidsbeleid van de gemeente. Een uitermate succesvol verlopen exercitie, omdat er uiteindelijk 30 mensen aan de gesprekken hebben meegedaan. En dat smaakt naar meer, aldus Naafs. Gemeenten moeten volgens hem alles op alles zetten om de lokale bevolking bij de gemeentelijke besluitvorming te betrekken. “We staan nog maar aan het begin van grote veranderingen. Inwoners moeten het gevoel krijgen dat ze zich gehoord en serieus genomen voelen. Zij zijn voor gemeenten het maatschappelijk durfkapitaal.”
Jan Overweg, wethouder van Leusden, belichtte op zijn beurt de handelwijze van de gemeente in het voortraject van de bouw van een sporthal. Daar werden nadrukkelijk ook de Leusdenaren bij betrokken, die er in de toekomst gebruik van zouden moeten gaan maken. Niks mis met die sporthal, zo vonden de inwoners. Maar het zou beter zijn als er nog een turnhal bij zou worden gezet. “Het leidde ertoe dat het project geen twee maar drie miljoen ging kosten. Maar we hebben het wel gedaan.” Vraag is dan ook of het coalitieakkoord in dergelijke gevallen niet te beperkend werkt. “Want als alles is vastgelegd, inclusief het budget, kun je je afvragen of de burger nog wel echt invloed heeft.”
Martijn Kraa, bestuursid/secretaris buurkacht Alandsbeek, gaf een toelichting op het project Buurkracht in Leusden. “Het bleek dat de mensen in Leusden elkaar nauwelijks kennen. Terwijl ze wel heel veel kennis en expertise hebben die kan worden ingezet om problemen in de buurt op te lossen. Wij zijn al die kennis en kracht aan het mobiliseren. En dat leidt tot leuke dingen. Buurkracht wordt buurtmacht.”