De Utrechtse gemeenten en de provincie Utrecht moeten zoveel mogelijk gezamenlijk optrekken en bij het maken van beleid met name het belang van de inwoners voorop stellen. Daarover bleken alle partijen die meededen aan het provinciale verkiezingsdebat het min of meer over eens. Meer verschil van mening was er over het moment waarop de provincie de regie moet pakken.

Maandagavond 13 februari hadden zich 16 lijsttrekkers verzameld voor het verkiezingsdebat van de VNG Utrecht, dat in samenwerking de provincie Utrecht werd gehouden in de foyer van het Huis voor de provincie Utrecht. Het debat stond onder leiding van Elisabeth van den Hoogen.

Zij voelde de lijsttrekkers in drie ronden aan de tand over de hoofdthema’s van het Manifest van de Utrechtse Gemeenten: Klimaat & energie en Landelijk gebied; Bereikbaarheid & wonen en Gezondheid & economie. Wat verwachtten ze op deze vlakken van de Utrechtse gemeenten en wat hebben zijzelf de gemeenten eigenlijk te bieden?

Volgens Commissaris van de Koning Hans Oosters is het de opgave voor beide bestuurslagen om geïnspireerd samen te werken voor de mensen in de provincie Utrecht. “Die samenwerking begint bij elkaar leren kennen. In vervolg op de aanbieding van het manifest is dit debat daar een goede gelegenheid voor.”

Maarten Divendal, voorzitter van de VNG Utrecht en burgemeester van De Ronde Venen, beaamde dat. “Samen voor de inwoners. Daar doen we het voor.” Hij zij blij te zijn met wat de vorige editie van het manifest van de Utrechtse gemeenten heeft opgeleverd. “We kunnen elkaar makkelijker vinden en zoeken de samenwerking met elkaar. Ondank de verschillen die er natuurlijk ook zijn.”

Een verkiezingsdebat kan die verschillen wat duidelijker aan het licht brengen. “Maar het belangrijkste is dat we hiermee de basis leggen voor opnieuw vier jaar samenwerking.”

Actuele thema’s

Van alle partijen die in de huidige provinciale staten vertegenwoordigd zijn, deden de lijsttrekkers mee aan het debat. Vier van de lijstrekkers van de overige partijen die meedoen aan de verkiezingen waren uitgenodigd een pitch te houden. Alleen de PVV weigerde dat, omdat haar zetels in de staten naar eigen zeggen ‘geroofd’ zijn, na de overstap van Elly Broere en René Dercksen naar Belang van Nederland (BVNL).

Het debat voerde de deelnemers langs alle belangrijke actuele thema’s in de provinciale én lokale politiek. Zoals het stikstofbeleid, dat volgens Mirjam Sterk van het CDA invulling moet worden gekregen door ‘veel met mensen te praten’. “De bevindingen leggen we vast en sturen we naar het rijk. Als de financiering rond is, gaan we er de komende jaren mee aan de slag.”

Volgens Anjo Travaille van de Partij voor de Dieren dreigt het daarmee te veel in het proces te blijven hangen. “Het moet veel meer gaan over de inhoud. Minder koeien: dat is van belang. En dus moeten we bestemmingsplannen en functies aanpassen op platteland. Iedereen moet meebewegen en tegelijkertijd een alternatief geboden worden.”

Voor Huib van Essen (GroenLinks) is de tijd van overleg voorbij. “We hebben in het verleden al te vaak naar geitenpaadjes gezocht. De natuur is daar niet beter van geworden. Duidelijke doelen zijn belangrijk. Met voldoende ruimte voor inspraak. Maar de deadline is en blijft helder. In 2030 moet het stikstof-probleem zijn opgelost.”

Bij die doelen gaat het volgens Bertrick van den Dikkenberg van de SGP juist mis. “Het gebrek aan concrete doelstellingen is precies waar het in Utrecht fout gaat. We hebben geen eigen verhaal. Juist op deze terreinen hebben we duidelijkheid en perspectief nodig.”

Voor Sterk op haar beurt is de gestelde deadline van 2030 niet heilig. “We zitten nog steeds te wachten op kaders en instructies van het rijk. Het CDA wil de stikstofmaatregelen iets minder door de strot duwen dan andere partijen willen. Wat ons betreft mag het allemaal ook iets later dan 2030.”

Windmolens

Ook over windmolens liepen de meningen uiteen. GroenLinks is voorstander van wind en zon als vervangende energiebronnen en vreest niet te kunnen ontkomen aan windmolens. Van Essen: “De provincie is verantwoordelijk, maar besluiten over locaties nemen we zoveel mogelijk samen met gemeenten. Maar ze moeten er wel komen. Als gemeenten hun ruimtelijke verantwoordelijkheid nemen, respecteren we dat.”

Sterk (CDA) pleitte voor kernenergie, “zolang innovatie geen soelaas biedt. Maar tot 2030 houden we ons aan de afspraken.” Voor de PvdD is het al dan niet plaatsen van windmolens slechts een element in een veel breder voerende discussie over de gewenste energietransitie. “Leefbaarheid staat centraal. Als windmolens op een bepaalde locatie ten koste gaan van gezondheid, wordt het lastig om ze daar te plaatsen.”

Klimaat & energie bleek sowieso een thema dat de gemoederen bezig houdt, getuige het feit dat veel lijsttrekkers de eerste de beste gelegenheid aangrepen om hun joker in te zetten en drie minuten extra spreektijd te verwerven. Andre van Schie (VVD) bijvoorbeeld verwees windmolens bij voorbaat al naar de prullenbak. De liberalen willen vooral langs de weg van innovatie tot een betere energiehuishouding komen.

Hans Adriani van de PvdA wil vooral inzetten op de verduurzaming van woningen. “Want wat je niet gebruikt hoef je ook niet op te wekken.” Over het winnen van wind- en zonne-energie zit de PvdA op dezelfde lijn als GroenLinks. Het moet een combinatie van beide zijn, en samen met gemeenten en omwonenden moeten de meest kansrijke gebieden worden geselecteerd.”

Michiel Fiscalini van JA21 wees erop dat we in een klein landje als Nederland het klimaat niet zullen kunnen veranderen. “Daarom moeten we vooral inzetten op klimaatadaptatie en adequaat reageren op de klimaatveranderingen die op ons afkomen.” Alle partijen bleken het er overigens over eens dat klimaatadaptatie van het allergrootste belang is.

Bereikbaarheid en wonen

In het tweede blok stonden bereikbaarheid en wonen centraal. Op het gebied van bereikbaar moet volgens JA21 vaker en eerder worden gekozen voor overkapping en ondertunneling op plaatsen waar de overlast het grootst is.

Volgens de VVD is bereikbaarheid in de provincie Utrecht van het grootste belang. De kwaliteit daarvan moet toenemen, en dan niet, zoals het huidige provinciebestuur wil, door woningen te laten bouwen op locaties die niet goed worden ontsloten. “Juist daarover moeten we in overleg treden met gemeenten en samen bekijken hoe we de verbindingen gerealiseerd en op niveau krijgen. Het openbaar vervoer is wat ons betreft enorm belangrijk.”

De PvdA stelt zich op het standpunt: als je overal in investeert wordt niets goed. Adriani: “Investeer elke mobiliteitseuro daar waar meeste effect ontstaat. Het aanbod van OV moet daarnaast ook in de randgebieden en kleinere kernen in de provincie worden gegarandeerd.

Henriëtte Rikkoert van de ChristenUnie benadrukte dat er dankzij het huidige college van gedeputeerde staten echt iets is veranderd. “Het OV en de fiets hebben voorrang gekregen boven de auto. En daar moeten we mee doorgaan.” Ook zij vroeg aandacht voor de verbindingen in de kleine kernen.

Partijen hebben verschillende visies op de aanpak van de woningbouw. De PvdA bijvoorbeeld zet vol in op binnenstedelijk bouwen (Adriani: “Dat is echt een opgave die we samen met de 26 gemeenten moeten invullen.”), terwijl de VVD vooral inzet op grootschalige nieuwe bouwlocaties, zoals Rijnenburg. Van Schie vindt daarnaast dat het contourenbeleid moet worden losgelaten. “Iedere kleine kern die dat wil, moet je ruimte bieden om een straatje woningen erbij te bouwen. We moeten echt veel beter luisteren naar gemeentebesturen. Wat willen zij en wat willen de inwoners? En daar vervolgens een bouwprogramma voor maken. De bouwstenen moeten vanuit de gemeenten worden aangereikt.

Volgens Fiscalini (JA21) moet de provincie zich veel meer profileren als middenbestuur, dat de nek uitsteekt voor gemeenten. “En de kleine kernen moeten duidelijk aangeven wat zij precies willen.”

Woningzoekenden

De woningbehoefte is hoog in Utrecht. Reden voor Mieke Hoek om namens 50Plus de joker in te zetten op dit thema. “50Plus vraagt nadrukkelijk om aandacht voor de woningzoekenden. Niemand heeft het over de wachtlijsten. Maar er staan 35.000 woningenzoekenden in Utrecht geregistreerd. En die drukken zwaar op de woningvoorraad, met name in de kleine kernen.”

Ook Van Essen zette namens GroenLinks de joker in. “Er is veel belangstelling om in deze provincie te wonen. Daar moet regie op zijn. We moeten nieuwbouwwoningen ontwikkelen vanuit een gedeelde visie. De regio’s hebben die samen ontwikkeld. U16 heeft bijvoorbeeld het IRP, dat als twee druppels water lijkt op onze visie. Met de nadruk op binnenstedelijk bouwen en betaalbaar wonen en bijpassende mobiliteitsmaatregelen. Niet voor niets hebben we daarvoor van het rijk een miljard euro extra gekregen. Op dat gebied willen wij de samenwerking dus graag voortzetten.”

Van den Dikkenberg (SGP) wees in dat kader ook op het belang van goed werkgeverschap. “Tevreden chauffeurs zijn belangrijk om een goede dienstverlening te kunnen bieden.” En goed OV is weer belangrijk om de ontsluiting van bouwlocaties te kunnen regelen. “Het ontbreken van goed OV mag geen rem zijn op het bouwen in het buitengebied.”

Sterk (CDA) vindt dat er sowieso goed naar de kleine kernen moet worden gekeken. Net als de VVD is het CDA van mening dat daar buiten de rode contouren gebouwd mag worden. “Zeker als het groen meegroeit, zijn er van nieuwe woongebieden ook mooie groene gebieden maken. Het CDA maakt zich zorgen over de leefbaarheid in het landelijk gebied. Mensen die daar wonen, verdienen ook een stem. Ook het platteland moet vitaal blijven.”

Pitches

In diverse pitches kwamen de lijsttrekkers van Forum voor Democratie, U26 Gemeenten en Volt aan het woord. Frank van Breukelen stelde namens de FvD dat de provincie veel meer naar gemeenten en hun inwoners moet leren luisteren. “Nu legt de provincie gemeenten teveel zaken op. Daarnaast wordt het beleid vooral gedomineerd door wat grote gemeenten als Utrecht en Amersfoort ervan vinden. De provincie is diverser dan dat. De democratie moet lokaal sterk blijven. Burgers moeten krijgen waar ze voor stemmen. De provincie zou eens wat minder naar Den Haag moet luisteren en meer naar de burgers op lokaal niveau.”

Roy Luca van U26 Gemeenten greep de pitch aan om aan te geven dat zijn partij tegen extreem grote windturbines is. “Dan zien we meer in kleine windturbines die lokaal ingezet kunnen worden.” Luca wees ook op het feit dat de provincie een aanvliegroute voor Schiphol dreigt te worden. “Daar zijn wij tegen.” Op het gebied van mobiliteit pleit U26 voor meer aandacht voor veiligheid. Op provinciale wegen is 80 km het maximum. “En bij woningen en bedrijven moet het terug naar 60 km.”

Namens Volt vroeg Amos de Jong aandacht voor Europese samenwerking. “We staan sterker als we de handen ineen slaan als één Europa. Europees denken, lokaal doen, is het motto. We moeten ervoor zorgen dat we de Europese plannen van onderop voeden. De rol van gemeenten en provincie is daarbij uitermate belangrijk. Wij pleiten voor een nieuwe gedeputeerde voor Europese samenwerking. Zo kunnen we het Utrechts perspectief meer laten horen in Brussel.”

Economie en gezondheid

In de derde en laatste ronde stonden gezondheid en economie centraal. Lijsttrekkers Mieke Hoek (50Plus), Marianne de Widt (D66), René Dercksen (BVNL) en Jan Breur (SP) brachten in dat kader vooral de bereikbaarheid ter sprake. Dercksen stelde dat er niet zo eenvoudig kan worden gesproken over het opheffen van bedrijventerreinen en het verhuizen van ondernemingen “Die ondernemers zitten daar niet voor niets.”

De Widt wil juist meer ruimte voor nieuwe en vooral veel duurzamere bedrijventerreinen, terwijl de SP vooral voor meer en beter OV naar de bedrijventerreinen toe pleit. Volgens Breur is de gecombineerde opgave van intensiveren en verduurzaming een hele lastige waar alleen in overleg met alle betrokkenen invulling aan te geven is. Mieke Hoek van 50Plus op haar beurt wees erop dat verouderde bedrijventerreinen wel eens onvermoede kwaliteiten als woningbouwlocatie zouden kunnen hebben.

Op het gebied van gezondheid ging het onder andere over de slechte waterkwaliteit en schone lucht. Het zijn thema’s die volgens De Widt voor D66 een belangrijk onderhandelingspunt worden tijdens de aanstaande college-onderhandelingen. Ook voor de SP is dat belangrijk, evenals – opnieuw –  goed OV. Breur: “Ook voor de gezondheid is goed OV van cruciaal belang.

Dercksen van BVNL waarschuwde ervoor dat we niet teveel mogen doorslaan. “De lucht in Nederland is schoner dan ooit.” 50plus vroeg aandacht voor vislood in oppervlaktewater (“5 ton blijft als vislood achter in het water”) en riep op tot beperking van de houtstook.

Travaille (PvdD) wees er op dat economie en gezondheid nauw met elkaar verweven zijn. “Deze thema’s hebben alles met elkaar te maken. We faciliteren economische groei, maar onderschatten daarbij soms het belang van een gezonde en groene leefomgeving. Dat moet anders.” Rikkoert (ChristenUnie) had daar wel een oplossing voor. “Wij pleiten voor de benoeming van gebiedsgedeputeerden, die het samen met gemeenten veel integraler kunnen aanpakken.”

Al met al was het een mooi debat, zo vond Maarten Divendal, die blij was met de door alle partijleiders geuite wens tot meer samenwerking met gemeenten. “Dit willen wij als gemeenten heel graag horen. En niet alleen omdat het morgen Valentijnsdag is.“

Delen.

Reacties zijn uitgeschakeld.