Toon 1 van 5

Terwijl de landelijke VNG met het rijk afspraken aan het maken is over het gemeentelijk takenpakket en de financiële randvoorwaarden daarbij, werken gemeenten aan hun beleidsprogramma’s voor de komende vier jaar. Als dat gebeurt op basis van procesafspraken, zonder in de aloude tegenstelling coalitie versus oppositie te schieten, valt een versnipperd politiek landschap wel degelijk goed te besturen.

Dat bleek tijdens het Voorjaarscongres 2018 van de VNG afdeling Utrecht. ‘Besturen in een veranderd landschap’, zo luidde de titel van de bijeenkomst. Een actueel vraagstuk, zo werd duidelijk. Het politieke landschap op lokaal niveau is er na de gemeenteraadsverkiezingen van woensdag 21 maart 2018 immers bepaald niet overzichtelijker op geworden. Behalve dat de lokale partijen een factor van betekenis zijn geworden, is ook het aantal politieke partijen, dat in de gemeenteraden is vertegenwoordigd, fors toegenomen.

Tegelijkertijd verkeren gemeenten en hun bestuurders in onzekere financiële tijden. Terwijl het takenpakket alleen maar in omvang lijkt toe te nemen, is nog altijd onduidelijk welke financiële consequenties de door het rijk genomen maatregelen zullen hebben en hoe deze kunnen worden gedragen.

Wat betekenen de toegenomen versnippering en financiële onzekerheden voor het functioneren van het lokale bestuur? Welke antwoorden zijn er al wel gekomen? En op welke wijze kunnen gemeenten in de dagelijkse praktijk hier het beste op anticiperen? Over deze en nog veel meer vragen ging het tijdens het Voorjaarscongres, dat deze keer werd gehouden in de Veerensmederij in gastgemeente Amersfoort.

Toon 1 van 5
Delen.

Reacties zijn uitgeschakeld.