Steeds mondiger
Vakantiepark De Heigraaf, gelegen aan het Henschotermeer. Dat was deze keer de locatie van het Najaarscongres van de VNG afdeling Utrecht. En daar was niet zonder reden voor gekozen, zo vertelde burgemeester Titia Cnossen van Woudenberg in haar welkomstwoord. “Het onderstreept hoe populair Woudenberg is bij toeristen. Zoals het toerisme op zijn beurt een belangrijke positieve stimulans geeft aan de lokale en regionale economie.“
Volgens Cnossen heeft Woudenberg inmiddels al de nodige ervaring met het thema van de bijeenkomst. “Ook in Woudenberg worden de inwoners steeds mondiger. Zij zien de gemeente al lang niet meer als enige expert.” Dat was ook de reden voor het gemeentebestuur om de bevolking nauw te betrekken, niet alleen bij de ontwikkeling van de gemeentelijke Toekomstvisie 2030, maar ook bij de invulling van de noodzakelijke bezuinigingen.
“Dat heeft vier ton opgeleverd”, aldus Cnossen. “Het heeft kortom zin om de inwoner centraal te stellen. Samen staan we voor een open, betrouwbaar en initiatiefrijk Woudenberg.”
Gemeenten moeten volgens haar zeker niet dezelfde fout maken als Den Haag. “Want daar zegt men wel dat de zaken gedecentraliseerd worden, maar ondertussen bemoeit de rijksoverheid zich overal mee. Zij denkt met wet en budget de lokale overheid aan een touwtje te hebben. Terwijl dat helemaal niet het geval is. Wij als gemeente kijken bijvoorbeeld met verbazing naar de aanpak van de vluchtelingenproblematiek. Het debat dat daarover in Den Haag wordt gevoerd gaat voorbij aan het feit dat gemeenten worden geconfronteerd met de toestroom van mensen zonder een dak boven het hoofd. Zeker: de opvang daarvan levert lokaal debat op. Maar wij zijn er voor alle inwoners, en zorgen dus ook voor de mensen die wij liever tijdelijke inwoners dan vluchtelingen noemen.”
Referentiekaders
Een overheid die terugtreedt en zaken wil delegeren, hetzij aan een andere overheid, hetzij aan de lokale bevolking, doet er dan ook goed aan hier serieus vorm en inhoud aan te geven. Dat was ook de boodschap van Wim van Dinten aan het Najaarscongres 2015. Hij opende het plenaire deel van de bijeenkomst, nadat onder leiding van Koos Janssen het huishoudelijke deel – de Algemene Ledenvergadering – voortvarend was doorlopen (Klik hier voor het concept-verslag), en Philip van Veller, namens de landelijke VNG, de actuele stand van zaken in Den Haag had toegelicht.
Van Dinten is verbonden aan de Sezen Academy te Wijk bij Duurstede en was eerder bijzonder hoogleraar Bedrijfskundige Analyse en Synthese aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij maakte in zijn bijdrage een onderscheid tussen drie patronen in de benadering van problemen door de overheid. In de eerste plaats zijn veel overheidsorganisaties naar binnen gekeerd. Zij nemen vooral zichzelf als maatstaf en niet de inwoner die met een probleem zit. Ten tweede kiest de overheid vaak voor algemene oplossingen, waar een specifieke, kleinschalige en op het individu gerichte benadering meer op zijn plaats zou zijn. En tot slot wordt te vaak de indruk gewekt dat de grote problemen van deze tijd eenvoudig zijn op te lossen, terwijl daar in werkelijkheid geen sprake van is.
Om die patronen te doorbreken is het cruciaal dat de overheid onderkent dat de verschillende betrokkenen vanuit verschillende referentiekaders betekenis geven aan wat zij doen. De overheid acteert vooral vanuit de ratio, en is ervan overtuigd dat met wet- en regelgeving de problemen in de samenleving zijn op te lossen. De burger neemt juist in toenemende mate zichzelf als referentie, en vindt dat wat de overheid doet moet passen bij wat hij zelf belangrijk vindt.
Beide, vooral intern gerichte benaderingen leiden tot spanningen in de samenleving, omdat hiermee voorbij wordt gegaan aan twee andere cruciale referenties, die vooral extern zijn gericht: de sociale betekenisgeving (wat vindt de ander?) en de evolutionaire betekenisgeving (welke invloeden heeft een bepaalde ontwikkeling op de samenleving?).
Bestuurlijk omdenken vereist dat ook die worden meegewogen, benadrukte Van Dinten. “Gemeenten zullen moeten leren om te onderscheiden welke problemen er zijn en vanuit welke referentie er naar een oplossing moet worden gezocht. Gooi dus in het streven naar vernieuwing vooral niet de hele organisatie overhoop, maar knip het gemeentelijk takenpakket op in kleine stukjes en benoem ze vanuit hun betekenis in de samenleving: rationeel, zelfreferentieel, sociaal of evolutionair. Want iedere benadering leidt tot een andere oplossing.”