Nu de activiteiten van de VNG Utrecht op ‘een laag pitje’ staan, of veelal niet doorgaan, lijkt het misschien of er niets gebeurt. Het tegendeel is waar. Graag vermeld ik hierna een aantal activiteiten die momenteel binnen de VNG plaatsvinden. Dat doe ik niet voordat ik iedereen heel veel succes en sterkte wens in deze periode. Een bijzondere periode die bestuurlijk voor een belangrijk deel wordt bepaald door alles wat te maken heeft met het coronavirus.
Andere tijd, andere invulling van werk
Het gaat hier niet alleen om de inhoud van ons werk, maar ook over de aangepaste wijze waarop we ons werk verrichten.
Raadsleden die zoekend zijn als het gaat om hun rol in het voorkomen van de verspreiding van het coronavirus en de maatregelen die daartoe zijn afgekondigd. Wethouders die merken dat lopende dossiers beïnvloed worden door de actualiteit van het coronavirus. Burgemeesters die worden opgeslokt door andersoortige overleggen en activiteiten, nauw betrokken zijn, maar soms via de media moeten vernemen waar ze vanaf dezelfde dag voor verantwoordelijk zijn. En daarbij samen met de griffiers en de ambtelijke organisatie kijken hoe een en ander in ordentelijke processen kan worden besloten.
Gemeente als crisisorganisatie
Jan van Zanen verzuchtte vlak voor zijn vertrek als voorzitter van de Veiligheidsregio (en natuurlijk ook als burgemeester van Utrecht) dat hij hoopte dat we weer snel ‘een gemeente kunnen zijn, die ook een crisis moet beteugelen’ in plaats van ‘een crisisorganisatie die ook een beetje een gemeente is’. We zien in de praktijk dat we het ons helemaal niet kunnen permitteren om alleen een crisisorganisatie te zijn. Hoewel…….: de financiële problematiek van gemeenten en de grote ingewikkelde opgaven die moeten worden waargemaakt vereisen bij het besturen van een gemeente een enorme dosis crisisvaardigheden. Met veerkracht, geduld, energie en relativeringsvermogen om het vol te kunnen houden. Daarom is het extra mooi om te zien hoe veel Utrechtse bestuurders met gezamenlijke inspanningen bezig zijn het beste te doen voor hun gemeente (dus voor haar inwoners) en voor de positie van de gemeenten in Nederland.
Klankborden
Sinds halverwege mei vergadert met grote regelmatig de zogenoemde bestuurlijke klankbordgroep van de VNG. Bij de uitnodiging daarvoor dacht ik eerst een beetje naïef “waarom hebben een aantal leden van het bestuur van de VNG, nu een klankbordgroep nodig, terwijl ze elkaar continue tegenkomen?”. Ik werd verrast door het nut van deze bestuurlijke klankbordgroep. Oorspronkelijk ging het alleen om de positie van de gemeenten met betrekking tot de coronacrisis. Geleidelijk aan zijn door onderwerpen aan toegevoegd die in algemene zin de financiële positie van gemeenten raken. Hoewel er geen besluiten worden genomen, blijkt het een plek te zijn waar snel en kort zaken worden afgestemd. Belangrijk doel hierbij is om eraan bij te dragen dat we met alle belangenclubjes binnen het lokaal bestuur toch zoveel als mogelijk met één mond spreken in het gesprek met de rijksoverheid. Het gaat dan om de reële compensatie van de uitgaven als gevolg van de coronacrisis, maar ook om ‘oud zeer’ ten opzichte van de rijksoverheid (zoals de opschalingskorting en de tekorten op de jeugdzorg). De voorzitters van de provinciale afdelingen waren in eerste instantie toehoorder, nu weer enige tijd volwaardig doch bescheiden deelnemer. Vanuit diverse andere functies nemen bestuurders uit ons gebied deel aan deze klankbordgroep. Bijvoorbeeld als voorzitter van een VNG-adviescommissie of van de M50 (platform middelgrote gemeenten).
Actiebereidheid
In het verlengde van deze klankbordgroep zijn initiatieven van wethouders, raden en gemeenten om onze nood onder de aandacht van ‘Den Haag’ te brengen gecoördineerd tot een gezamenlijk geluid. Brieven aan de Tweede Kamer, het aanbieden van dit pakket aan de minister, contacten via de partij-politieke lijnen en vooral met inhoudelijke argumenten aangeven wat de knelpunten en wat gemeenten te bieden hebben. In diverse interviews is Leonard Geluk, sinds dit voorjaar directeur van de VNG, ingegaan op de aanpak van de VNG: compensatie voor de uitgaven als gevolg van de coronacrisis en structurele verbetering van de (financiële) positie van de gemeenten. Dit laatste niet alleen met het van tafel halen van de opschalingskorting en een eerlijke bekostiging van de jeugdzorg. Het gaat ook over de wijze waarop taken bij gemeenten worden neergelegd zonder de gemeenten de bevoegdheden en middelen te geven deze adequaat uit te voeren. Daarnaast kan een herverdeling van het gemeentefonds alleen plaatsvinden als het totale budget wordt verhoogd. De discussie richting rijk wordt er één van lange adem. Zoals het er nu naar uit ziet, zal niet eerder dan bij een volgend kabinet duidelijk worden of onze positie echt daadwerkelijk verbeterd. Tijdens de Algemene Ledenvergadering van de VNG op 25 september is hierop ingegaan en hebben gemeenten daar focus in aangebracht. Genoeg nog te doen de komende maanden.
Utrechts aanbod
De gemeenten in onze provincie hebben goed van zich laten horen de afgelopen maanden. Dat zal voorlopig niet minder worden. Tijdens ons (digitale) Najaarscongres is dat zichtbaar: in het zogeheten Utrechts Aanbod wordt duidelijk wat de Utrechtse gemeenten, de provincie Utrecht, de waterschappen en het nieuwe kabinet voor elkaar kunnen betekenen. Alles bij elkaar is het gelukt om een aantrekkelijk programma te maken van ons Najaarscongres. Helaas kunnen we elkaar niet fysiek ontmoeten in Vijfheerenlanden, maar laat u in uw eigen huis verrassen. Ik durf met stelligheid te beweren dat er geen beter denkbare tijdsbesteding mogelijk is op vrijdagochtend 20 november!
Maarten Divendal
Voorzitter VNG-afdeling Utrecht